55 gezondheid voorloopig laat onderzoeken door ambte naren van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht, teneinde omtrent deze klachten een op kennis van zaken gegrond oordeel te kunnen uitspreken. Met name waar het geldt te voldoen aan de verplich ting, in artikel 11 sub a en b en in artikel 12, vierde lid, der Woningwet, op de schouders der Gezondheids commissie gelegd, doet zich pynlijk gevoelen het gemis aan bevoegdheid om een behoorlijk onderzoek te kunnen instellen waar zulks noodig is. Dientengevolge kunnen de adviezen onzer Commissie vaak niet die grondigheid hebben welke zjj behoeven om tot basis te kunnen strekken van een deugdelyke beslissing. En anderzijds kan onze Commissie in dezen stand van zaken onmoge lijk op behoorlijke wyze controle uitoefenen op hetgeen vanwege het gemeentelyk bouw- en woningtoezicht ge rapporteerd, verricht of nagelaten wordt om de bepa lingen der Woningwet en der gemeentelijke bouw- en woonverordening na te leven. Zoo vaak het zaken geldt, welke uitwendig niet waarneembaar zyn, moet onze Commissie zich eenvoudig nederleggen by de rapporten van het Bouw- en Woningtoezicht en kan zij nim mer rechtstreeks constateeren wat ten deze te doen staat om de volksgezondheid op deugdelyke wyze te dienen. Dat zulk een toestand dringend voorziening eischt, behoeft geen betoog. En evenmin, dat zulks alleen kan geschieden door wijziging der Gezondheidswet. Door die wijziging zou kunnen verzekerd worden dat in alle ge meenten waar ambtenaren bestaan van het gemeentelyk Bouw- en Woningtoezicht, door het Gemeentebestuur een uniforme toepassing van de Gezondheidswet worde ge geven, in dien zin, dat de Gezondheidscommissiën waar zy dit in het belang van de vervulling van haar taak noodig hebben, aan die ambtenaren opdrachten kunnen verleenen, om te haren behoeve speciale punten te onderzoeken, welke door de leden of deskundigen der Commissie zelf, by gebreke van de bevoegdheid daartoe, onmogelyk kunnen worden onderzocht. 6 VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 1577