55 7 Allicht zoude het ook aanbeveling verdienen en hierdoor zou dan tevens het bezwaar worden ondervangen van hen, die van samenwerking tusschen de Gezond heidscommissie en de ambtenaren der Gemeente, ver plaatsing vfeezen van een deel van het uitvoerend gezag van B. en W. naar de Gezondheidscommissie een dergelijke bevoegdheid te geven aan de Gezondheids commissie en in opdracht der Commissie aan de door deze benoemde deskundigen of aan technische ambte naren, door de Gezondheidscommissie aan te stellen, een en ander voorzoover het particuliere eigenaren be treft, in den geest van de artikelen 5 en 20 der Haagsche Bouw- en Woonverordening. En dit voert onze Commissie tot het tweede punt, ten aanzien waarvan haars inziens de Gezondheidswet aan vulling behoeft. Buiten twijfel dient gesteld dat de Gezondheidscommissiën bevoegd zyn ter richtige ver vulling van haar taak, welke vaak het verrichten van zeer langdurige, tijdroovende onderzoekingen eiseht, technische hulpkrachten te stellen in dienst der Com missie, op een vast honorarium, zoo noodig onder goed keuring van hooger gezag. Thans spreekt de Gezond heidswet in artikel 25 wel van de bevoegdheid der Gezondheidscommissiën om deskundigen, met raadgevende stem, tot deelneming aan hare bijeenkomsten uit te noodigen, en gewaagt artikel 27 van het door deskundigen doen verrichten van onderzoekingen, welke de Gezondheids commissiën noodig voorkomenmaar het is een betwist punt, of hierdoor aan de Gezondheidscommissiën het recht wordt gegeven, ambtenaren in haar dienst te nemen, die derhalve onder haar bevelen staan en te haren behoeve onderzoekingen verrichten voor een vast salaris. De Gemeenteraad van ’s-Gravenhage heeft kor telings onze Commissie geweigerd de gelden voor zulk een vasten ambtenaar toe te staan en Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de vraag of de Gezond heidswet de aanstelling van zulke ambtenaren verbiedt, wel is waar niet bevestigend, doch evenmin ontkennend beantwoord, toen zij (by missive d.d. 12/14 December 1910) VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 1578