55 28 op het ontwerp-uitbreidingsplan zeer op haar plaats. Dat in een stad als den Haag een aanwijzing van bepaalde fabrieksterreinen op het uitbreidingsplan niet noodig is, ligt voor de hand, maar wjj hebben tot ons leedwezen gemist elke aanwijzing krachtens art. 4, 2° der Hinderwet, van bepaalde terreinen voor het oprichten van inrichtingen, welke onder de Hinderwet vallen. Wjj hebben hierbij meer bepaald het oog op de lom pen- en beenderen bewaarplaatsen, waarvan er in onze gemeente steeds meer gevestigd worden, zoodat het de vraag is of hier op den duur niet aan meer ingrijpende maatregelen zal moeten worden gedacht. In ieder geval zou het thans de tjjd geweest zjjn ten dezen een vaste gedragslijn aan te nemen en onzerzijds zouden wy het zeer toejuichen, wanneer alsnog op het uitbreidingsplan tot dat doel terreinen voorloopig gereserveerd werden. Wat betreft de toekomstige zweminrichtingen, ook daaromtrent laat het ontwerp ons geheel in het onzekere. Het belang dat aan deze zaak verbonden is, doet ons verlangend uitzien naar een behoorlijke verzorging van Gemeentewege van deze uit een hygiënisch oogpunt zoo gewichtige aangelegenheid. Wij komen thans tot het voornaamste bezwaar, dat, naar ons oordeel, tegen het ontwerp-uitbreidingsplan kan worden aangevoerd en hebben daarbjj het oog op de zoo nauw met de woningtoestanden ter plaatse samen hangende kwestie van de uitbreiding van het visschers- dorp Scheveningen. De eenige op het plan zelf aange geven uitbreiding van Scheveningen is die aan den Harstenhoekweg met nog een stuk aan de overzijde van de spoorbaan van de Z. H. E. 8., dat is in een omgeving waar aan het stichten van arbeiderswoningen van de soort, zooals zij voor de Scheveningsche visschersbevol- king het meest geëigend zijn, niet te denken valt. Behalve het aan de gemeente toebehoorende, doch niet als uitbreiding op het ontwerp voorkomende terrein naby het Kolenwagenslag, waar wel niet veel meer dan een 150 woningen te stichten zjjn en waar de Gemeente thans met den bouw van arbeiderswoningen een begin VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 1599