I'
55
I
32
opnemen in het ontwerp-uitbreidingsplan van een vis-
scherswijk aan de Z.-W.zyde van het afvoerkanaal. Legt
men niet reeds nu in het uitbreidingsplan de bestemming
van de bedoelde duin gronden vast, dan ontstaat het
gevaar, dat het visschersdorp voor goed zal blijven
bekneld tussehen de zee, de haven en de «’ijken voor
de meergegoeden.
Thans rest ons nog na te gaan hetgeen het grond
plan in 21 bladen ons nader te zien gaf.
Op blad II trof ons een weg ter breedte van 5 M.,
welke aan ééne zyde kan worden bebouwd. Een der-
gelyke breedte komt ons ook voor zulk een weg te
gering voor. Men zou naar onze meening de wegen op
terreinen voor open bebouwing niet te smal behoeven
te nemen, wanneer men maar niet den eisch stelt, dat
de weg over de geheele breedte verhard moet worden.
Zoo treft men in de Engelsche tuinsteden zeer breede
wegen aan, waarvan alleen het middelste gedeelte ver
hard is, terwyl men dan langs de voortuinen aan weers
zijden verharde voetpaden heeft, welke van den weg
gescheiden zyn door breede grasbermen.
Op ditzelfde blad komt naby de verlengde Stevin-
straat een groen gekleurd bouwblok, diep 30 M., voor,
dat blijkens het inschrift „Villapark” bestemd is voor open
bebouwing. Deze strook zal dus slechts aan één zyde kun
nen worden bebouwd met kleine vryliggende woningen,
waartegen op zich zelf zeker niet het minste bezwaar
bestaat, maar gevraagd mag worden of de achter dit
„Villapark” gelegen weg de kosten van aanleg en daar
mede de kosten van den grond niet onnoodig hoog
zal maken.
Dergelyke strooken „Villapark” van geringe diepte
met achtergelegen weg komen op het uitbreidingsplan
meer voor. Zoo byvoorbeeld op blad III (terrein tus-
schen Wassenaarschen en Benoordenhoutschen weg).
Voorts heeft naar ons oordeel het aan den Benoorden
houtschen weg ontworpen „Villapark” een onvoldoende
diepte (gemiddeld slechts 32 M.), daar juist hier een
bebouwing met grootere villa’s te verwachten is; aan
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.