55 deelte van het op dit blad voorkomend ontwerp eischt dan ook naar onze meening dringend herziening. Blad V. Ook hier treft weer de vreemde grondvorm van vele bouwblokken, welke naar onze meening dringend behoefte heeft aan vereenvoudiging. „Spiele reien” als hier (volstrekt niet uitsluitend ten gevolge van het wegvallen der planvormen van bijzondere gebouwen) voorkomen, noodzaken inderdaad tot zeer moeilijke oplossingen voor de bebouwing van die blok ken. Men vindt op dit blad niet alleen „duiveljagers” bij wyze van rooilijnen op de plaatsen, waar openbare gebouwen gedacht waren, maar er zijn ook talrijke inhammen, keepen en uitspringende hoeken, welke daar mede geen verband houden, op dit gedeelte van het ontwerp te vinden. (Zie Bylagen D en E). Vereenvou diging zij hier de leuze. Op blad VII is dezelfde opmerking van toepassing, terwijl wij op blad VIII een behoorlijke aansluiting missen van de Charlotte de Bourbonstraat met den Ryswykschen weg, tenzy de weg over het terrein van de Gasfabriek daartoe mocht worden bestemd. Thans heeft men als verbinding tusschen het Oostelyk en het Zuidelyk gedeelte der gemeente alleen de Ceintuurbaan en de Viaduct over de Staatsspoor (leidende naar de terreinen van Wyk VII). Maar dit lijkt ons niet vol doende, terwyl ook achter het terrein van de Gasfabriek om geen gelegenheid bestaat om op den Ryswykschen weg te komen. Zoo zal dan al het verkeer uit de Charlotte de Bourbonstraat en omgeving een uitweg moeten zoeken over Wyk VII en de viaduct aan den Ryswykschen weg moeten passeeren om de wyk bezuiden het Hollandsche spoorstation te bereiken. [Deze laatste viaduct is bij hevigen regenval gebleken niet altijd bruikbaar te zijn, en bij het maken van nieuwe viaducten zal men zeker ernstig rekening moeten houden met de ervaringen, welke men ten opzichte van die in den Rijswijkschen weg in den laatsten tijd heeft kunnen opdoen.] Langs of over het terrein van de Gasfabriek zal dus t 3« VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 1607