I I I 55 46 dat het nu niet aangaat, aan te nemen dat art. 27 der Woningwet raadsbesluiten, inhoudende een verbod tot aanbouw of herbouw’ kennelijk zou beschouwen als de volkshuisvesting en'de volksgezondheid betreffende, voor zoover den w’erkkring van den Centralen Gezondheids raad aangaat, en niet voor zoover de werkkring van de Gezondheidscommissie daarby betrokken is; dat dan ook geen andere opvatting mogelyk schijnt dan deze: dat de Woningwet de stelselmatige bebouwing, in welks belang een bouwwerbod kan worden uitgevaar digd, regelt als een belang der volkshuisvesting en der volksgezondheid, en dat raadsbesluiten, dat onderwerp betreffende, beheerscht worden door art. 6 der Gezond heidswet; dat mitsdien krachtens art. 6 der Gezondheidswet, vóór de vaststelling der beide ter goedkeuring ingezon den raadsbesluiten het advies der Gezondheidscommissie had moeten zijn ingewonnen. Deze beslissing had tengevolge dat Burgemeester en Wet houders het advies der Commissie vroegen omtrent bouw- verboden op grond, gelegen tusschen de Schipperstraat en de Weststraat, op grond, gelegen langs de Noordwestzyde en de Zuidoostzijde van het Slykeinde en de Noordoostzyde van de Vleerstraat en op grond, gelegen aan den Loos- duinschen weg. Tegen de beide eerste bouwverboden bestond by de Commissie geen bezwaar, het laatste w’as aan het einde van het verslagjaar nog in behan4eling. Den klagers, die hun beklag mondeling inbrachten, werd, evenals in het vorig verslagjaar, de raad gegeven om hunne klachten liever bij Bouw- en Woningtoezicht in te dienen en alleen de schriftelijk ingekomen klachten werden door de Commissie zelve onderzocht. In 1911 werden 74 zaken van dezen aard behandeld tegen D. Behandeling van verspreide misstanden inzake de Volkshuisvesting. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 1617