55
57
Voor 84 onbewoonbaarverklaarde woningen werd de ter
mijnen van ontruiming verlengdvan deze woningen waren
er 63 te Schevenin gen gelegen.
Voor 7 woningen werd die termijn andermaal verlengd
(waaronder 3 te Scheveningen).
Burgemeester en Wethouders verzochten der Commissie
te mogen vernemen of uit gezondheidsoogpunt bezwaar
zou bestaan tegen het verleenen van vergunning voor het
verbouwen van een stal en koetshuis aan den Bezuiden-
houtschen weg en voor het op dien stal bijbouwen van een
gedeelte stal voor een dertigtal paarden.
Geadviseerd werd, dat naar het oordeel der Commissie
het bijbouwen van den stal voor dertig paarden geen aan
beveling verdiende met het oog op de toetreding van licht
en lucht tot de bovenwoningen, welke boven een der koets
huizen gelegen zyn. De afstand van de ramen dier boven
woningen tot den gevel van het nieuwe stalgebouw zou
slechts 2,40 M. bedragen, terwyl bovendien de vensters
van de nieuwe stalgelegenheid grootendeels tegenover de
ramen dier woningen waren ontworpen. Het was dus te
voorzien, dat men in deze woningen van den nieuwen stal
overwegenden hinder zou ondervinden, ook al werden de
ramen van den paardenstal gedicht met vliegdicht vertind
kopergaas. Ook kwam het der Commissie niet gewenscht
voor dat by dezen verbouw een gedeelte van het nog aan
wezige open terrein zou worden overbouwd.
Majesteit de Koningin.
Omtrent de hier gevraagde vernietiging was aan het einde
van het verslagjaar der Commissie niets naders bekend.
Zy wendt zich daarom tot Uwen Raad met het verzoek
wel te willen overwegen, of het niet op zijnen weg ligt,
de aandacht van den Minister van Binnenlandsche Zaken
te vestigen op de bovenbesproken beslissingen van
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 21/22 Augustus
jl. no. 21 en van 17/25 October jl.* no 93 en Zijne
Excellentie te verzoeken, die op grond van stryd met
de wet ter vernietiging voor te dragen aan Hare
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.
I