55
63
De Hoofdinspecteur vroeg of er in de gemeente ’s-Graven-
hage ziekeninrichtingen z(jn, waar aan lepra lijdende ge
wezen koloniale landsdienaren in eventueel voorkomende
gevallen ter verpleging kunnen worden opgenomen en zoo
ja, op welke voorwaarden.
Bij onderzoek bleek dat van de hier ter stede bestaande
ziekenhuizen en klinieken alleen het R.-K. Ziekenhuis van
den II. Joannes de Deo lepralyders ter verpleging opneemt,
zulks echter slechts tydelijk en dan tegen het gewone tarief.
Hiervan werd aan den Hoofdinspecteur mededeeling gedaan.
De districts-veearts in het district Zuid-Holland benoorden
Maas en Lek, de heer J. F. Laméris, lid der Commissie,
deelde ons einde Mei mede, dat het mond- en klauwzeer in
zijn ambtsgebied zich steeds meer uitbreidde en dat hij het
daarom gewenscht achtte, dat het publiek gewaarschuwd
werd voor het gebruik van rauwe melk.
Naar aanleiding daarvan werd aan Burgemeester en Wet
houders in overweging gegeven de ingezetenen er op te
wijzen, dat het voortwoekeren onder het vee van het mond
en klauwzeer gevaar voor besmetting ook voor menschen
doet ontstaan en dat het daarom voor ieder geraden was
de melk niet anders dan gekookt, gepasteuriseerd of geste
riliseerd te gebruiken.
Naar aanleiding van het besluit van den Gemeenteraad
om den gemeentearts, den heer 8. A. W. Vrijland, tevens
medicus-adviseur by den Ontsmettingsdienst, te belasten met
de verloskundige praktijk en de bezoeken aan het zieke
kraambed, werd in de vergadering van 12 Mei 1911 de
vraag besproken of combinatie van verloskundige praktijk
>net den arbeid van den medicus-adviseur bij den Ontsmet
tingsdienst gewenscht mag heeten. Omtrent de daarover
gevoerde beraadslagingen werd geheimhouding opgelegd.
(Het gemiddelde van het aantal aan longtuberculose
overledenen in het geheele land over de jaren 1906 tot en
met 1910 bedroeg 7220, of per 10.000 der gemiddelde be
volking 12.43).
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.