55 65 HOOFDSTUK X. Levens- en genotmiddelen. A. Verordening op de keuring van vleesch enz. De Commissie bracht een bezoek aan het terrein van het Pompstation, en bezichtigde met belangstelling de daar nog in uitvoering zijnde werken. Burgemeester en Wethouders vroegen het advies der Commissie omtrent eene door den directeur van het Open baar Slachthuis ontworpen verordening op den invoer, het vervoer, den doorvoer, de keuring van vleesch en den handel daarin in de Gemeente 's-Gravenhage, terwyl de Commissie daarna nog in kennis werd gesteld met de wijzigingen, welke de Commissie voor de Strafverordeningen in het ont werp wenschelyk achtte. Met de ontworpen verordening en de voorstellen der Commissie voor de Strafverordeningen kon de Commissie zich in hoofdzaak vereenigen. Het ten dezen aan Burg, en Wethouders uitgebracht advies bevatte onder meer de navolgende opmerkingen: Aan keuring wil de Directeur onderwerpen het vleesch, dat particulieren voor eigen verbruik uit andere plaatsen betrekken. Is dat niet in strijd met de Gemeentewet Zie K. B. van 1 Maart 1909, Stbl. no. 60. De openbare gezondheid is bij deze zaak niet rechtstreeks betrokken. Hoe kan bovendien het voorschrift in de praktijk gehandhaafd worden? Een voorschrift als voorkomt in art. 4, 1°. van de verordening van Botterdam van 24 Maart 1904, n°. 17, komt ons verkieselijker voor dan het systeem van den Directeur van het Slachthuis. Dat artikel luidt: „Het verbod van artikel 3, vooraoover betreft den „invoer en het vervoer, is niet van toepassing: „1°. op versch vleesch, hetwelk door anderen dan „vleeschverkoopers, in stukken van 5 K.G. of minder, VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE. 5

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 1636