178
III. Begraafplaatsen.
IV.
verwijzen wij
bijstand in het
gingen bij de wet van 21 Juli 1899 (Staatsblad No. 166)
treft men aan in het verslag van den Directeur van
den Gemeentelijken Ontsmettingsdienst (Bijlage No. 22).
Het verloop van sommige ziekten naar de verschil
lende straten is vermeld in de tabel, opgenomen als
bijlage 23.
Gast-, Ziekenhuizen, enz. en Krankzinnigengestichten.
Wat het gemeenteziekenhuis betreft,
naar het verslag van de Commissie van
beheer van het gemeenteziekenhuis, waarbij een uit
voerig rapport van den geneesheer-directeur is gevoegd,
opgenomen als Bijlage 18.
Betreffende de andere ziekenhuizen, de wijk ver ple-
gingen, enz., de krankzinnigengestichten en het gesticht
voor minderjarige idioten, kan het volgende worden
medegedeeld
1°. Eenige bijzonderheden, betreffende de Algemeene
Begraafplaats, treft men aan onder Hoofdstuk V, B, f,
alwaar tevens wordt aangetroffen eene opgave van het
aantal grafkelders en graven, wrelke in gebruik zijn
afgestaan, zoomede de opbrengst van de Begrafenis
rechten.
2°. In het afgeloopen jaar werden begraven
op de algemeene burgerlijke begraafplaats 1643 lijken
op de bijzondere begraafplaats der Roomsch-Katho-
lieke gemeente 1128 lijken;
op die der Nederlandsch-Israëlietische gemeente aan
den Scheveningscheweg de Ijjken van 14 mannen, 11
vrouwen, 11 kinderen en 4 levenloos geborenen en op
de begraafplaats aan den Leidschen straatweg de lijken
van 16 mannen en 34 vrouwen;
op die der Nederlandsch-Portugeesch-Israëlietische
gemeente de lijken van 2 vrouwelijke personen, terwijl
op de begraafplaats „Ter Navolging” te Scheveningen
3 lijken ter aarde zijn besteld.
Met het verrichten van de officiëele doodschouw werd
voor het jaar 1912 weder belast de heer A. A.Piepers,
arts alhier.