180
25294, in het Rusthuis 5767 en in
totaal 37786 verpleegdagen.
Kosteloos werden verpleegd 30 patiënten en tegen
de helft of '/3 gedeelte der verpleegkosten 42 patiënten,
te zamen met 1590 verpleegdagen.
In de klinieken en gedurende de spreekuren der
verschillende doctoren werden 8619 personen behandeld.
In de verschillende wijken der Gemeente werkten
9 verpleegsters, die 28.000 bezoeken bij on- en
minvermogenden brachten.
Door verbouw en aanbouw werd de Sophiastichting
te Scheveningen vergroot en verrijkt met een medisch
laboratorium, incl. instrumentarium, meerdere ver-
pleégsters-slaapkamers en een naar de laatste eischen
der hygiene ingericht, alleenstaand isoleergebouw voor
kinderen, die tijdens de verpleging worden aangetast
door eene besmettelijke ziekte.
Op 1 Januari 1911 waren aanwezig 18 jongens en 17
meisjes; gedurende 1911 werden opgenomen 71 jongens
en 58 meisjes, zoodat dus in 1911 verpleegd werden
164 kinderen. In 1911 werden ontslagen 56 jongens en
46 meisjes; derhalve bleven op 31 December 1911 in
behandeling 33 jongens en 29 meisjes. Het aantal ver
pleegdagen bedroeg: 22635.
Van de in 1911 opgenomen kinderen behoorden 87
tot den Ned. Herv., 30 tot den R.K., 3 tot den Israëlieti-
schen, 3 tot den Luth., 4 tot den Doopsgezinden, 1 tot
den Waalsch Herv. en 1 tot den Remonstrantschen
Godsdienst. Afkomstig waren uit ’s-Gravenhage 64,
Amsterdam 15, Rotterdam 9, Delft 7, Vlaardingen 4,
Zwolle 4, Scheveningen 4, Dordrecht 3, Zaandam 2,
Leerdam 2, Leiden 2, Loosduinen 2, Nijmegen 2 en
uit Groningen, Baarn, Maasdam, Zierikzee, Boskoop,
Zwijndrecht, Gouda, Utrecht en Zutphen elk één.
Het grootste aantal verpleegden op één dag bedroeg
76, het kleinste aantal 35.
„Bethesda” 6725,
In het Kinderziekenhuis werden van 1 Mei 1910 tot
30 April 1911 opgenomen 502 kinderen, daarvan waren
er op 30 April 1911 aanwezig 43, hersteld of verbeterd ont
slagen werden 402 kinderen; 57 patientjes zijn overleden.
Het aantal verpleegdagen bedroeg 14897 met een
gemiddelden duur der verpleging van 29,6 dag per