194 VIII. Toezicht op levensmiddelen. De dienst der keuring van vee en vleesch werd bij de opening van het Openbaar Slachthuis in de maand Juli naar die inrichting overgebracht. Den len keurmeester van vee en vleesch, den heer H. van Aken, werd met ingang van 1 Augustus eervol ontslag verleend en een wachtgeld toegekend voorden tijd van 5 jaar. Het overige personeel werd werkzaam gesteld bij den dienst van het Openbaar Slachthuis. Aan het verslag door den heer van Aken, uitgebracht over het tijdvak van 1 Januari 1911 tot aan de opening van het Openbaar Slachthuis, ontleenen wij het volgende: Het afgekeurde vee en vleesch werd als gewoonlijk door middel van den digester in nuttige handelsproducten omgezet. Een overzicht van den aanvoer van het te bewerken vleesch en van het verloop der bewerking treft men aan in het verslag van de Openbare Reiniging (Bijlage no. 21.) bemiddeling van de politie of op haar eigen verzoek, in het Doorgangshuis in de Hugo de Grootstraat no. 5, in het R.-K. Doorgangshuis de „St. Annastichting” in de Maria- straat no. 2 en in het Reddingshuis van het Leger des Heils aan de Stille Veerkade no. 35 werd opgenomen, bedroeg respectievelijk 11, 21 en 8. Teruggebracht naar ouders of voogden werden 22 minderjarige meisjes, van wie gebleken was, dat zij zich aan prostitutie overgaven of die sterk onder ver denking daarvan stonden, terwijl op dien grond 8 vrouwen over de grenzen des Rijks werden gebracht. In het Haagsche Doorgangshuis werden blijkens mededeeling van het Bestuur, 25 meisjes verpleegd en bedroeg het aantal verpleegdagen 1998. In het Reddingshuis van het Leger des Heils werden 25 meisjes verpleegd en bedroeg het aantal verpleeg dagen 5418 en in het R.-K. Doorgangshuis 192 meisjes met 18945 verpleegdagen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 191