206
visscherij, niet minder dan zesmaal de toepassing ge
vraagd van art. 402 Wetboek van koophandel, om
onwillige schepelingen tot hun verhuurden dienst te
verplichten.
Het getal analphabeten bedroeg 40, waarvan 35 te
Scheveningen thuisbehoorden.
In den nacht van 24 25 Maart werd de logger Sch.
173 van den reeder J. Pronk Sr. van uit de Vlaarding-
sche haven, alwaar dat vaartuig ligplaats had gehad,
naar hier gesleept om voor de haringvisscherij in ge
reedheid gebracht te worden. In den Nieuwen Waterweg
van Rotterdam stootte het tegen een dukdalf, doch er
werd niet vermoed, dat daardoor een lek was ontstaan.
Voor de Scheveningsche haven gekomen, bleek de water
stand zoo laag te zijn, dat de haven niet binnengeloopen
kon worden, zoodat het schip teruggesleept moest worden.
Het kreeg daarbij wind en stroom tegen en bleek toen
zoodanig lek te zijn, dat het voor Monster in zinkenden
staat verlaten moest worden. De schipper en stuurman,
die het vaartuig begeleidden, werden gered, doch de
logger, die niet verzekerd was, is verloren gegaan, door
welk verlies de reeder zijne reederij moest opheffen.
Op 9 September werd de botter Sch. 147 van Ph.
Jongejan, nabij den ingang van den Rotterdamschen
Waterweg, aangevaren door de Noorweegsche bark
„Clon Lora”. De botter was visschende en hoewel ernstig
beschadigd, wist de bemanning den Waterweg binnen te
komen, waarna het verder binnengesleept werd.
In den stormnacht van 30 September op 1 October
zijn met man en muis vergaan, de loggers Sch. 384 van
den reeder J. J. van der Zwan en de Sch. 460 van de
reederij Maatschappij „Het Noorden”, Directeur de heer
Hub.Dirkzwager, waarbij 23 menschen het leven verloren.
In denzelfden stormnacht werd op de Sch. 51 van de
Erven A. de Niet, de 60 jarigen matroos Albert Verheij
door een stortzee tegen een luik geslagen, tengevolge
waarvan hij twee ribben brak. Hij is aan wral gebracht
en onder geneeskundige behandeling gesteld.
Evenzoo in dien nacht is de botter Sch. 31 van Teunis
Pronk in de haven alhier door de deining van de touwen
losgeslagen en op de helling gezet, waardoor het vaartuig
ernstig beschadigd is geworden.
Den 23en November werd de bom Sch 198 van den
I