254 het Genootschap Dompierre de Chaufepie, in wiens plaats werd gekozen de heer Jhr. H. Loudon. De directeur, de heer Frederiks, diende op 30 Juni zijn ontslag in, hetwelk hem werd verleend. In de opengevallen plaats werd nog niet voorzien, doch aan den Conservator werd tijdelijk liet geheele beheer opgedragen. Het ledental bleef ook dit jaar vrijwel stationnair. Het Museum werd in 1911 bezocht door 191 betalende en 492 niet-betalqnde bezoekers, tegen respectievelijk 174 en 384 in het vorige jaar. Het grootste aantal bezoekers op één dag was 9 be- talenden op 14 Juli en 38 niet-betalenden op 24 Mei. Over het gebruik van het Museum kan worden mede gedeeld, dat eene klasse meubelmakers, onder geleide van een leeraar van de ambachtsschool! n Januari het museum bezocht. Tweemaal, in Mei en November, werd toegang verleend aan 35 leerlingen, onder geleide van eenige leeraren van de Rijks-Kunstnijverheidsschool te Amsterdam. Aan de verschillende afdeelingen der Academie van Beeldende Kunsten alhier 'werden voor werpen uit het museum als studiemateriaal in bruikleen afgestaan, terwijl door den conservator aan de leerlingen verscheidene malen toelichtingen werden gegeven bij de voorwerpen in het museum zelf. Door het Museum werden in het afgeloopcn jaar geene aankoopen gedaan. Van wijlen den heer W. F. van der Mandele alhier, werd een legaat ontvangen van 23 voorwerpen en van het Ned. Museum voor Geschiedenis en Kunst te Amsterdam werd eene reeks voorwerpen uit de duplicaten collectie in bruikleen ontvangen. In het jaarverslag over 1911 van het Schilderkundig Genootschap „Pulchri Studio", vinden wij o.m. vermeld, dat als lid zijn toegetreden: 8 donateurs, 7 werkende, 13 buitengewone, 2 societeits- en 4 kunstlievende leden, te zamen 34 leden; terwijl door overlijden, opzegging of om andere reden afvielen: 18 donateurs, 3 werkende 10 buitengewone, 2 societeits-en 10 kunstlievende leden, te zamen 43 leden. In de Kunstzalen werden achtereenvolgens Tentoon stellingen en Kunstbeschouwingen, van het Genootschap uitgaande, gehouden

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 251