275
Handel en Scheepvaart.
III.
Binnenlandsche Handel.
a.
b.
Buitenlandsche Handel.
Hieromtrent zijn ons geen bijzonderheden bekend.
L 6890
56875
tegen 60249 vaartuigen,
Voor bovengemelde vaartuigen is in 1911 aan haven
geld ontvangen f33.432,57. Voor 6 houtvlotten, bestaande
uit 41 koppels, werd f 6,15, voor 3 losse balken (48 M
Uit de opgaven van den Havenmeester blijkt, dat in
1911 de gemeente zijn binnengekomen langs de haven
kantoren aan
de Laakhaven
X. Eik en Duinen 16738
de Beek
te zamen
1 0,24 aan havengeld ontvangen en aan abonnement
t 852,Voorts werd aan liggeld eene som van f302,55
ontvangen voor 281 vaartuigen, te zamen metende
10085 ton, aan niet-ingezetenen toebehoorende, terwijl
<23,90 werd ontvangen voor bewoonde en onbewoonde
vaartuigen van ingezetenen der gemeente.
Van haven- en liggelden werd alzoo te zamen ont
vangen eene som van f 35.317,41 tegen f 37.152,49 ten
vorigen jare.
Op 1 Januari 1912 bestond het personeel bij het Haven-
wezen uit:
Paragraaf 2 van het verslag der Kamer van Koop
handel en Fabrieken bevat een overzicht van de ver
schillende markten te dezer stede, van de hoeveelheid
der aldaar aangevoerde voortbrengselen en van de
daarvoor bestede prijzen.
c. Scheepvaart langs de rivieren, kanalen en vaarten.
Mededeelingen betreffende de scheepvaart worden ge
vonden in 4 van het verslag der Kamer van Koop
handel en Fabrieken.
33247 vaartuigen, metende 872.895 ton.
170.128
71.396
1.114.419 ton.
metende 1.176.150 ton in 1910.
-■
p