By lage 15 I. Beheer. II. Huishoudelijk beheer. Al zeer spoedig na het in bedrijf stellen van het Slachthuis bleek, dat het noodig was eenheid te brengen in de wijze van handelen der ambtenaren, waar het gold het uitvoeren van verschillende door den Directeur voorgeschreven maat regelen van bestuur alsook het optreden bij overtredingen van verordeningen door de gebruikers van het Slachthuis. Ook vond de Directeur om tot een goed beheer te komen het noodzakelijk steeds de meening van verschillende ambte naren te kennen over allerlei zaken en deze meeningen gemeenschappelijk te bespreken. Tot dit doel werden geregeld driemaal per week vergade ringen gehouden, door den Directeur geleid, waaraan deel namen: de Veearts-hoofdkeurmeester, de Boekhouder-kassier, de Opzichter-machinist, de Opzichters van de hallen, de Opzichter van de stallen, de Opzichter van het terrein en de Portier-controleur. Aanteekeningen omtrent het besprokene werden gemaakt door den len Klerk. Deze vergaderingen zijn zeer vruchtdragend geweest en hebben den Directeur overtuigd van de juistheid zijner meening omtrent het groote nut van gemeen overleg tusschen de leidende ambtenaren van een bedrijf. VERSLAG van den toestand en de exploitatie van het Openbaar Slachthuis over 1911. Het Openbaar Slachthuis werd beheerd door Burgemeester en Wethouders, bijgestaan door eene Commissie uit den Gemeenteraad. Deze Commissie bestond uit de heeren: J. Jurriaan Kok, J. C. Streng, S. Vas Dias en C. D. Wesseling, onder voor zitterschap van den heer J. C. Jansen, wethouder der Ge- meentebedrij ven. I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 504