By lage 17 Plaatsingen. Afdeeling voor mannen. 650 565 490 394 390 341 306 231 218 170 155 grondwerkers timmerlieden sjouwers loopknechts loopjongens schilders plantsoen werkers opperlieden metselaars loodwerkers behangers Op grond van de in de eerste vyf jaren van het bestaan der Arbeidsbeurs opgedane ervaring meende het Bestuur ten vorigen jare in het verslag de verwachting te mogen uitspreken, dat van de Arbeidsbeurs in toenemende mate gebruik zou worden gemaakt. Het jaar 1911 heeft deze verwachting niet beschaamd. Het aantal plaatsingen bedroeg 9046 tegen 8269 in 1910, d.i. eene vermeedering met 777 ot ruim 9%. By de afdeeling mannen werden 5436 personen geplaatst tegen 5112 in 1910 (vermeerdering 324 of ruim 6%) en by de afdeeling vrouwen 3610 tegen 3157 in 1910 (ver meerdering 453 of ruim 14 Verdere bijzonderheden betreffende het aantal plaatsingen in de verschillende maanden en vergelykiug met vorige jaren zijn opgenomen in Bijlagen I, II en lil. Het aantal geplaatste vaklieden bedroeg by de afdeeling voor mannen 3991 of 44 (vorig jaar 77 bij de afdeeling voor vrouwen 1055 of 11 (vorig jaar 21 °/0) van het geheele aantal plaatsingen. De meeste plaatsingen kwamen tot stand in de volgende vakken VERSLAG van den toestand van de Gemeentelijke Arbeidsbeurs over het jaar 1911.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 551