I I I I I I I I 21 si I i S1 -IJS si Bil I I s 23 paarden. 187 paarden. 21 PAARDEN. .Totaal Paarden. Het aantal eigen paarden bedroeg op 31 December 1910164 In den loop van het jaar werden aan gekocht Hiervan stierven2 Verkocht werden wegens ongeschiktheid 28 af--_30_ Zoodat op 31 December 1911 aanwezig zijn 157 eigen paarden. In den zomer was het aantal paarden 12 grooter, als gevolg van den reeds een paar jaren gevolgden regel om ongeschikt geworden paarden in het najaar te verkoopen en het daardoor ontstane incompleet eerst in het voorjaar weer aan te vullen. Met deze paarden werd voorzien in de bespanning der voer- en werktuigen te ’s-Gravenhage, terwijl dezen zomer voor de eerste maal de noodzakelijkheid zich voordeed om een viertal sproeiwagens in de Scheveningsche afdeelingen ook te bespannen met eigen paarden. Overigens werd in deze afdeelingen in de bespanning voorzien door de firma II. J. v. Weert, met wie de over eenkomst van jaar tot jaar wordt verlengd in afwachting van de totstandkoming der nieuwe inrichtingen. Het aantal paarden door deze firma geleverd voor den dagelijkschen dienst werd van 21 op 20 teruggebracht, terwijl door haar bovendien in het sproeiseizoen nog 5 paarden voor de bespanning der sproeiwagens werden geleverd. Het maximum aantal paarden, dat tegelijk aanwezig was, b< droeg 198 tegen 202 in 1910. Uit bovengenoemde cijfers blijkt dat het aantal paarden voor de vaste bezetting, niet- b aanstaande de geleidelijke uitbreiding der Gemeente, klei- 1111 is dan het vorige jaar. Hoewel de beëindiging van het a,i den van slachtafval, benevens eenige kleine wijzigingen ■n den dienst, aanleiding gaf tot eenige vermindering van b' o lantal paarden, zoo moet dit gunstige resultaat echter voor- lla 'lijk toegeschreven worden aan de betere en zwaardere Sw paarden die in den laatsten tjjd wordt aangekocht,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 698