21 t tot verwerken van dierenlijken en afgekeurd vleesch. ii. dragen tegen 3 in 1910. Blijkbaar wordt het meer en meer gewaardeerd, dat deze gangen, die vroeger toonbeelden van vervuiling waren, thans geregeld in netten toestand verkeeren, zoodat het reeds gemakkelijker gaat de belanghebbenden tot bijdragen te krijgen. Oin den maatregel niet op een enkelen onwillige te doen afstuiten en omdat een tuingang slechts in haar geheel kan worden schoon gehouden, wordt de eisch gesteld dat één belanghebbende de betaling van het geheele bedrag op zich neemt. Het blijkt dan meermalen dat deze het belang van geregeld schoonhouden zoo groot vindt, dat hij het ontbrekende aandeel gaarne voor zijn rekening neemt. Een en ander neemt niet weg dat afdoende verbetering alléén verkregen zal kunnen worden door deze aangelegen heid bij Politie-verordening te regelen. Vervolgens werd een herziening van de abonnementen voor ophalen van fabrieksafval, enz. ter hand genomen, aangezien het gebleken was, dat de bedragen die voor deze diensten betaald werden, niet meer in verhouding stonden tot de werkelijke kosten. Het bleek hierbij noodig. de grenzen waarbinnen kosteloos diensten worden verricht*, alsmede andere rechten en plichten vast te leggen in een verordening ontwerp in het begin van 1912 worden Hiertoe zal een ingezonden. Door het in werking treden van het Openbaar Slachthuis en de daarmede gepaard gaande opheffing van particuliere slachtplaatsen in den loop van dit jaar, bleef voor de ,Inrieh- ting tot vernietiging van afgekeurd Vleesch en Dierenlijf n niets meer over dan de behandeling van cadavers van kleine huisdieren, als katten, honden, enz. omdat de afval ■in slachtvee en cadavers van groote dieren in de Kori-ov ns van eerstgenoemde inrichting worden verbrand. Aangezien ecnerzijds de cadavers van kleine huisdieren zich zonder bijvoeging van ander vleesch uiterst moeieiijk in de Podewils-apparaten laten verwerken en anderzij'b de 42 VERSLAG OPENBARE REINIGING. Inrichting

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 719