22 5 1 Inrichtingen. Niettegenstaande de ontsmettings-inriehting op den Asch- staal te ’s-Gravenhage in het vorige jaar was uitgebreid, bleek toch de niet-besmette zijde nog weer te klein; vooral ontbrak de ruimte om het vele waschgoed te drogen. Hierin werd voorzien door opschuiving van de rijtuigremise. Teneinde te kunnen tegemoet komen aan de klachten over het lang uitblijven van waschgoed, werd besloten tot stichting van een waschinrichting, bestaande in een electrisch gedreven waschtrommel en centrifuge en een gebreid door mede bericht te geven van aangegeven en afgedane gevallen aan de Openbare Leeszaal en Bibliotheek en aan verschillende Gemeente- en Rijksinstellingen. Behalve het in het vorige verslag vermelde kaartregister van het vóórkomen van besmettelijke ziekten onder school kinderen, werd een kaartregister aangelegd en bijgehouden van alle gevallen van besmettelijke ziekten, zoowel gezins- als perceelsgewijs, om hierdoor, zelfs na langen tijd nieuwe gevallen in hetzelfde gezin of hetzelfde perceel te kunnen waarnemen. Voor de door den Medicus-adviseur noodig geoordeelde onderzoekingen op bacteriologisch gebied werd door Burge meester en Wethouders het Pathologisch Laboratorium van het Gemeente-Ziekenhuis aangewezen. Naar aanleiding van het veelvuldig vóórkomen van ge vallen van roodvonk in het begin van dit jaar, zonden Burgemeester en Wethouders, na overleg gepleegd te hebben met den Schoolarts, den Medicus-adviseur en den Directeur van den Gemeentelijken Ontsmettingsdienst, een aanschrijving aan de Hoofden der Openbare Lagere Scholen en der Ge meentelijke Bewaarscholen, waarin deze verzocht werden om, wanneer een geval van roodvonk zich voordeed bij een der leerlingen van de school, zich des morgens steeds te over tuigen of er kinderen waren, die sporen van vervelling aan handen of vingers vertoonden en vooral na te gaan of er in de klasse, waarin het geval van roodvonk zich voordeed, kinderen waren die over keelaandoening klaagden. ORGANISATIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 765