22
20
VERSLAG MEDICÜS-ADVISEÜR.
duidelijk in het licht komt, blijkens de bijgevoegde plaat,
dat uit den aard der zaak de dicht bevolkte buurten meer
gevallen aanwijzen dan de minder dichtbevolkte wijken,
terwijl ook de bevolking van de eene school meer werd
aangetast dan de andere.
Uit den aard der zaak is de verspreiding van een ziekte
als roodvonk zeer moeilijk te bestrijden, omdat de wijze
van besmetting zoo veelzijdig is èn door overdragen van
den levenden mensch èn door doode voorwerpen dat een
afdoende afzondering van personen en voorwerpen die niet
de lijders middellijk of onmiddellijk in contact geweest zijn
niet wel mogelijk is. Vermoedelijk de oorzaak van bacte-
rieelen aard, schijnt de smetstof zich zóó gemakkelijk te
kunnen verspreiden èn door personen die zelf niet ziek zijn
èn door voorwerpen en zoodanig resistent te zijn, dat het
tegengaan der uitbreiding of wel uitroeiing dezer ziekte
bijna niet anders dan met zeer straffe maatregelen van
isolatie van den patient en minitieuse ontsmetting van alles
wat ook maar eenigszins met den Ijjder of diens verple
ging in aanraking is geweest, verkregen kan worden. Voor
een doelmatige afzondering is het beste middel, patiënten
naar barakken van zieken inrichtingen te doen overbrengen.
Dit middel werd echter in zeer veel gevallen niet aangewend
eensdeels, omdat van den kant der patiënten het over
brengen niet werd in de hand gewerkt, anderdeels doordat
niet steeds de noodige ruimte in de barakken beschikbaar
was. Een voldoende aantal barakken is dus een alleszins
gewenscht middel tot het bestrijden van deze ziekte.
Waar patiënten naar een inrichting werden vervoerd, werd
zoo spoedig mogelijk de ontsmetting der woningen, bedde-
en lijfgoederen uitgevoerd, om snel de daarin nog aanwezige
smetstof onschadeljjk te maken; tevens werd ook nog, na
de ontsmetting, wanneer daartoe aanleiding bestond, aan de
schoolgaande kinderen uit hetzelfde gezin niet onmiddellyk
vergunning gegeven weder de school te bezoeken, met het
oog hierop, dat ook niet zieke kinderen de besmetting kunnen
overbrengenterwijl scholen in ’t algemeen als plaatsen van
praedilectie voor het verbreiden van een besmettelijke ziekte
mogen aangemerkt worden.