22
21
Diphtheric.
Febris typhoïdea.
Van de bestrijding van deze ziekte valt in hoofdzaak
hetzelfde te zeggen als van de vorige. Ook hier weer moeten
de scholen als de voornaamste plaatsen voor de verspreiding
der ziekte worden beschouwd. De oorzaak dezer ziekte is
bekend en de wijze van besmetting niet zoo alzijdig. In
enkele gevallen waar noodig, werd een onderzoek ingesteld
naar eventueele bacillendragers, welke onderzoekingen in
alle gevallen een negatief resultaat opleverden.
Van deze ziekte kwamen gelukkig niet veel gevallen voor
en vermoedelijk nog minder dan werden aangegeven, omdat
de diagnose van febr. typhoïdea, vooral in het begin-stadium
van deze ziekte, in vele gevallen zeer moeilijk is. Zoo werd
o.a. een geval aangegeven, waarvan later bleek, dat de
patient was overleden aan meningitistuberculosa. Bij twijfel
aangaande >len aard der ziekte, werd door enkele genees-
In sommige gevallen, waar de onderwijzer van broertjes
of zusjes de mededeeling ontving, dat deze of gene niet op
school kon komen, omdat hij aan roodvonk zoude lijden,
zonder dat bij den dienst een kennisgeving van het bestaan
dier ziekte was ingekomen, werd door mij een onderzoek
ingesteld naar den aard der ziekte en den mensehen aan
geraden geneeskundige hulp in te roepen. Eene endemie
kwam in den loop van dit jaar voor in het gesticht
Voorzienigheid” aan den Scbeveningsche Weg, waar op een
bevolking van 130 kinderen achtereenvolgens 31 kinderen
door roodvonk werden aangetast. Aanvankelijk werden
deze lijders .ondergebracht in de barakken van het R.K.
Ziekenhuis, doch toen voor meerdere opname geen plaats
ruimte beschikbaar was, werd, ook mede door de bemoeiingen
van den behandelenden geneesheer, in de stichting een
lokaal ingericht voor het verblijf der zieken, in welk lokaal
alle mogelijke voorzorgen voor afzondering en ontsmetting
werden getroffen, zoodat door dezen maatregel de verdere
uitbreiding werd gestuit.
„de
VERSLAG MEDICUS-ADVISEUR.