I
t
I
B
l
r
r
I'
25
i
r*- ‘T".
2
VERSLAG GEMEENTE-ARCHIEF EN -BIBLIOTHEEK.
Rapporten.
j
Het was mogelijk verschillende vragen mij ten behoeve
der gemeentelijke administratie gedaan mondeling te beant
woorden. Behalve die werden door inij schriftelijke inlich
tingen gegeven hetzij aan Uw College, hetzij ;Ukn gemeente
ambtenaren omtrent:
Overdracht van domeingronden voor 1840.
Recognitie op huizen aan de Stille Veerkade.
Recognitie op een hnis aan het Buitenhof.
Familie van Son.
Onderhoud vin het Haagsche Bosch.
Rechten toekomend aan den eigenaar van een perceel in
de Hofstraat, op terrein van de voormalige Beek.
speciaal met het oog op hunne bemoeiing met de librye
de heer Th. Morren deed, uitgebreide onderzoekingen naar
oude verdwenen Haagsche straatnamen de heer P. C. Berends
deed onderzoekingen in verband met de geschiedenis van het
te Voorburg liggende Groote Loo; de heer H. E. M. van Loon
zocht naar den uitgever van een vroege vertaling van een
eomedie van Molière; dr. Max Eisler verzamelde gegevens
over afkomst en jeugd der gebroeders J., M. en W. Maris; de
heer W. van Meurs zocht naar het zelfde ook voor de latere
geschiedenis, speciaal van M. Maris; de heer J. van Breen
stelde een onderzoek in naar de bouwgeschiedenis van het
oude huis der familie Eagel (Noordeinde); de heer A. Ruys
zocht naar de inlichting der algemeene feestviering in 1863,
1898 en 1901. Onder de zeer talrijke onderzoekingen van
genealogischen aard waren o.a. die naar de femiliën Oberg,
Doorman, van Romondt, Annokkee, Leyssius, en van der Kun
zeer omvangrijk.
Ten behoeve van de heeren dr. Kossmann, Jhr. van Rheineck
Leyssius, van Romondt, van Biema en Hoogendijk werden
registers resp. uit het Amsterdamsche, het Goesche, het
Deventer, het Goudsche en het Rotterdamsche Gemeente
archief tijdelijk gedeponeerd.
Zooals ook vorige jaren werd gemeld, werd van het archief
herhaaldelijk gebruik gemaakt door beheerders van andere
wetenschappelijke instellingen hier ter stede en door die
van genealogisch-heraldische bureaux.
Bij het meerendeel dezer onderzoekingen werd de hulp
der ambtenaren ingeroepen en zeer vaak werd ook op mij
daarvoor beslag gelegd.
Voor het grootste gedeelte voor mijne rekening kwamen
de schriftelijk gedane verzoeken om inlichtingen ten getale
van 98 en van zeer niteenloopenden aard.