25
VOORBERICHT.
Zooals men ziet, gaan de oude rechterlijke archieven niet
vroeg terug; de serie der registers van overdrachten, die in
1538 begint, is het oudste deel ervan, overigens dateeren de
archieven van het laatste kwart der 16e eeuw, dat wil dus
zeggen van den tijd af, dat den Haag de plaats innam, welke
het als zetel der provinciale en landsregeering der Republiek
zich veroveren kon. Het komt mij waarschijnlijk voor dat
het deel der archieven, hetwelk oogenschijnlyk ontbreekt,
bitter weinig heeft beteekend en dat eigenlijk hetgeen be
waard is tamelijk volledig geeft, wat er ooit is geweest.
Wel worden Schepenen van den Haag reeds vermeld in
1307 en vinden wij een voorrechtsbrief van Willem HI van
1325 waarby aan Schepenen vergund wordt met ’s Graven
hofbewaarder voorboden te maken op wijn, brood, bier enzoo-
voort, maar hun werkzaamheid was zeer weinig omvattend.
Voor wat er ten opzichte van crimineele justitie geschied is,
zal men enkele gegevens vinden in de met groote lacunen
In de laatste maand van 1911 werden door mij de oude
rechterlijke archieven van den Haag van den waaraemenden
Algemeen-Ryksarchivaris voor de Gemeente in bruikleen
overgenomen volgens een bij het proces verbaal gevoegde
lijst. De wensehelijkheid om zoo spoedig mogelyk in druk
een overzicht van deze voor den Haag zoo belangrijke
archieven te bezitten, deed my besluiten terstond deze lijst
zoodanig om te werken, dat hij als een voorloopige inventaris
kon worden gebruikt. Dat het my daarbij niet mogelyk was in
detailkwesties te treden en dat dus byv. ook de beschrijving
der nummers in hoofdzaak behouden blijven moest, spreekt
wel vanzelf; een definitieve inventaris zal, hoop ik, een
maal de fouten herstellen die kunnen zijn gemaakt, doch ik
meende dat de gebruikers van het archief mij dankbaarder
zouden zyn voor het niet-onberispelijk overzicht, dat hun
hierbij geboden wordt, dan voor de belofte van een naar
den eisch bewerkten inventaris, waarop zij nog jaren
zouden moeten wachten.
VOORLOOPIGE INVENTARIS van de Oude Rechterlijke
Archieven van 's-Gravenhage tot 1811.
