27 3 VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS. ’s-Gravenhage, 14 Febr. 1911. „Bij Burgemeester en Wethouders is ingekoraen onder staand schrijven van het Bestuur van het Gemeen telijk Werkloozenfonds, inhoudende een voorstel tot wijziging van art. 11 al. 2 der Verordening no. 10 van 1908. Met dit voorstel kunnen Burgemeester en Wethouders zich op grond van de daarbij gegeven toelichting, geheel vereenigenwes halve zij de eer hebben den Raad in overweging te geven overeenkomst het voorstel van genoemd Bestuur te besluiten. ’s-Gravenhage, 26 Januari 1911. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders. „Hoewel de werkloosheid gedurende den winter van ver leden jaar, van 19091910, geen grooten ontvang had, zouden toch de meeste werkloozenkassen, by het Gemeentelijk Werkloozenfonds aangesloten, reeds in de maand Januari 1910 uitgeput zijn geweest, indien het Algemeen Werkloozen- comité niet door geldelyken steun die kassen in staat had gesteld met haar uitkeeringen voort te gaan. „De oorzaak van deze spoedige uitputting lag van zelf in het gering aantal leden der vak-vereenigingen en werklieden- vereenigingen, die deelnamen aan de daaraan verbonden werkloozenkas, waardoor het bedrag der geïnde contribution te klein bleef om gedurende den geheelen winter werkloozen te steunen; terwyl bovendien de aangesloten leden grooten deels behoorden tot hen, die geen zekerheid hadden van vastwerk, waardoor de meesten van de aangeslotenen om uitkeering aan hun werkloozenkas moesten aankloppen. De hoop, die in den kring van de voorstanders van werkloozen- verzekering mocht zijn gekoesterd, dat de toetreding van werklieden tot de kas van hun vereeniging meer algemeen zou worden, is helaas niet ten volle verwezenlijkt, hetgeen blijkt uit het feit, dat reeds half Januari van dit jaar onder- keuze van toetreding tot een werkloozenkas behouden, was het Bestuur van oordeel, dat in een aanmerkelijk hoogere con tributie vergoeding gevonden moest worden voor die zelfkeus. In dien geest richtte het Bestuur zich dan ook tot Burge meester en Wethouders, die naar aanleiding daarvan een voorstel tot wijziging van art. 11 van de Verordening en de artt. 11 en 14 van het Huishoudelijk Reglement op het Gemeentelijk Werkloozenfonds bij den Raad, indienden. Dit voorstel aan den Raad, opgenomen onder bijlage n°. 190 van 1911, luidt:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 882