27 9 VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS. Voor Scheveningen althans is dit bewaarheid geworden. Alle pogingen daar aangewend, om de vereenigingen voor de verplichte verzekering te winnen, bleven zonder resultaat, zoodat zij het dan ook met geringe meerderheid besloten werd tot opheffing van haar werkloozenkas, waardoor van zelf de aansluiting aan het Gemeentelijk Werkloozenfonds verviel. In den Haag is de toestand geheel anders en daardoor veel gunstiger. De aangesloten vakvereenigingen hadden ten deele reeds de verplichte deelname in haar reglement opge nomen. De vakvereenigingen, die hierin afweken, hebben óf de toetreding verplichtend gesteld, óf een zelfstandige werk loozenkas gevormd. Wat betreft de werklieden-vereenigingen, die een aangesloten werkloozenkas hebben, zij medegedeeld, dat één van haar de werkloozenkas aan de vak-afdeelingen heeft verbonden met verplichte toetreding; terwijl twee andere een zelfstandige werkloozenkas hebben gevormd. Wegens opheffing barer werkloozenkas was een vereeniging verplicht zich van het Gemeentelijk Werkloozenfonds af te scheiden. Bij de beraadslagingen in de Raadsvergadering was door onzen voorzitter reeds medegedeeld, dat verwacht kon worden, dat het ledental, aangesloten by de verschillende kassen, door de verplichte aansluiting belangrijk zou verminderen. Zooals uit het hierachter volgend overzicht blykt, moet echter de totale vermindering voornamelijk toegeschreven worden aan het opheffen der werkloozenkassen te Scheveningen. De meeste andere werkloozenkassen zijn óf gelijk gebleven, óf toegenomen in aantal leden. Door de toetreding van 4 nieuwe werkloozenkassen is het aantal bij het Gemeentelijk Werkloozenfonds aangesloten kassen slechts met 3 verminderd, terwyl, mochten de onder- handelingen, die nog met vereenigingen gevoerd worden, tot gunstig resultaat leiden, het aantal aangesloten ver eenigingen grooterzal zyn dan vóór datde verplichte toetreding werd opgenomen in het Huishoudelijk Reglement. In 1911 traden toe de vereenigingen St. Jan. afd. Den Haag van de Chr. Metaalbewerkersbond, Chr. Kantoor- en Handels bedienden, Chr. Typografen. Geeft het voorloopig resultaat dus reden tot tevredenheid een volledig oordeel over de werking van de gewyzigde veror dening, loopende over een deel van hetjaar kan nog niet geveld worden. Het Bestuur vertrouwt evenwel, dat de uitkomsten niet minder zullen zijn dan in andere steden, indien de verordening eenigen tyd rustig heeft kunnen werken. Geschillen tusschen het Bestuur van het Gemeentelijk Werkloozenfonds en de besturen der aangesloten werk loozenkassen kwamen niet voor.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 888