Bjjlage 28 Beheer. De Bank van Leening wordt beheerd door Burgemeester en Wethouders, bijgestaan door eene Raadscommissie, bestaande uit de Heeren Mr. A. J E A. Bik, L. Hoejenbos, Mr. Th. H. de Meester, A.J. C. Baron van Pallandt, J. A. Sillevis L. Wzn. en C. D. Wesseling, onder voorzitterschap van den Heer H. de Wilde, Wethouder van den Burgerlijken Stand en het Armwezen. VERSLAG t-aw den Slaat der Gemeente-Baok van Leening te ’s-Gravenhage, over het jaar 1911. Naar aanleiding van de Pandhuiswet 1910 (Staatsbl. No. 321) moest de Verordening voor de Gemeente Bank van Leening (No. 20 van 1907) worden herzien. Een nieuw Reglement voor de Gemeente Bank van Leening te ’s-Gravenhage werd daarom ontworpen en in de vergadering van den Gemeenteraad van den 22en Mei 1911 vastgesteld. In den loop van het jaar werden plannen aanhangig gemaakt voor den bouw van een derde en vierde bijkantoor, waaraan in verschillende stadsgedeelten groote behoefte bestaat. Daar de mogelijkheid niet is uitgesloten dat na de inwerkingtreding der nieuwe Pandhuiswet en de daaruit voortvloeiende Gemeentelijke Verordening, verscheidene -huizen van koop met recht van wederinkoop” zullen verdwijnen, is het te wenschen dat met den bouw van de nieuwe bijkantoren spoedig zal kunnen worden aangevangen, omdat bij groote toename van het aantal beleeningen, de bestaande kantoren zouden blijken daarop niet berekend tv zijn. Tegen het einde van het jaar werd de verzekering tegen brandschade op goederen, waarden, eigen meubilair, gelden n geldswaarden in het Hoofdkantoor en de hulp en bijkan nen volgens art. 70 al 2 van het Reglement der Bank No. 9 van 1911) verhoogd met f 110.000,en daardoor gebracht op f 550.000,—.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 895