Bijlage 29 VERSLAG omtrent de Brandweer der Gemeente s-Gravenhage over het jaar 1911. men by de berekening van dat percentage de 36 i (schoorsteenbranden en buitengewone branden uitgezonderd), waarvan de oorzaak onbekend is a en vermoedelyk ook meerdere aan het gebruik Van 1 Januari tot en met 31 December hadden plaats: 41 schoorsteenbranden 159 kleine binnenbranden 9 zware binnenbranden 11 uitslaande branden 143 buitengewone branden te zanten 363 branden. Bovendien waren er 378 brand- geruchten, waaronder begrepen zijn 305 alarmeeringen, welke uit baldadigheid door middel van brandschellen plaats hadden, terwy'l nog 61 maal uitgerukt werd voor bet verleenen van hulp in bijzondere omstandigheden, als: het stroomloos maken der arbeidsdraad der electrische tram, het opruimen van boomen, die gevaar voor de omgeving opleverden, het wegnemen van losgewaaide bladen zink op daken, benevens gevaarlijk staande schoorsteenen, het redden van in het water geraakte paarden en vee enz. In ’t geheel werd dus de Brandweer dit jaar 802 maal opgeroepen. Staat H geeft een overzicht van de verdeeling der alarmeering over de verschillende dagen van het jaar. Opvallend groot is het aantal buitengewone branden, waaronder begrepen zyn de duin- en boschbranden, waarvan bijna 100 meer plaats hadden dan het vorige jaar. De oorzaak daarvan moet voor het meereudeel dier branden gezocht worden in den buitengewoon drogen zomer. Bij de 363 branden is 46 maal gebruik gemaakt van Buitenbrandkranen, zoodat dus bijna 88% der branden gebluscht zijn met kleine hulpmiddelen. it staat G blykt, dat 17 branden zyn ontstaan tengevolge van het gebruik van petroleum, d. i., de schoorsteenbranden t buitengewone branden (straatbranden, enz.) niet mede- g' iekend, 10% van het geheele aantal branden. 1 elt Branden Weder i gebleven

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 937