50 2 Algenieene organisatie van school en onderwas. van den Handelscursus niet onmiddellijk rakende, waarmede de Commissie zich in 1912 bezig hield, werd een voorname plaats ingenomen door het verzoek van de Afdeeling’s-Graven- hage van den Nationalen Bond van Handels- en Kantoor bedienden „Mercurius” om haar oordeel te mogen vernemen omtrent mogelijkheid en wenschelijkheid van overbrugging van de klove, welke bestaat tusschen het eindexamen van den Handelscursus en de examens, ingesteld door de Federatie van Handels- en Kantoorbedienden-vereenigingen in Neder land. Na terzake met leeraren van den Handelscursus en examinatoren van de Federatie geraadpleegd te hebben, en na zich van den stand van het avond-handels-onderwys in enkele andere gemeenten des lands op de hoogte te hebben gesteld, deelde de Commissie aan genoemde Afdeeling van „Mercurius” mede, dat zij het tot stand brengen van een aansluitingscursus wenschelyk achtte, doch niet meende dat deze door uitzetting van den bestaanden Handelscursus ver kregen behoorde te worden, zoodat geadviseerd werd te trachten een op zichzelfstaanden aaneensluitingscursus in het leven te roepen. Het bestaande plaatsgebrek in het schoolgebouw Westeinde 47 nam in den loop van 1912 niet toe, zoodat met het gebruik van vijf lokalen in het gebouw Korte Lombardstraat no. 7 blyvend kon worden volstaan. Omtrent het gebouw in het Westeinde, kan overigens niet anders gezegd worden dan in alle opeenvolgende jaarver slagen werd gedaan. Een haar ter kennisneming toegezonden circulaire d.d. Juni 1912, betreffende oefeningen in het ont ruimen van schoolgebouwen met het oog op brandgevaar, deed de Commissie ontwaren, dat door Burgemeester en Wethouders niet voldoende aandacht was geschonken aan hare herhaalde waarschuwingen tegen het gevaar, dat het gebouw Westeinde 47 voor hen, die er in verblijven moeten, oplevert. De Commissie meende dan ook niet te mogen nalaten Burgemeester en Wethouders, naar aanleiding van de circulaire, andermaal er op te wijzen, dat naar hare meening bedoeld gebouw door den aard van de daarvoor gebruikte bouwmaterialen en van de verlichting en ver warming zéér groot brandgevaar oplevert en dat de onder linge ligging en afmeting van gangen, trappen en lokalen zoodanig zijn, dat buiten twijfel in geval van brand, een deel der leeraren en leerlingen zich den weg naar buiten ten eene male afgesneden zou zien, terwyl een ander deel voor de keuze zou staan, tusschen den dood in de vlammen, VERSLAG GEMEENTELIJKEN HANDELSCURSUS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 1170