Bijlage 51
b. Onderwijzend- en dienstpersoneel.
De gebrekkige toestand van het gebouw, waarin het Con
servatorium is gevestigd, bleef in het afgeloopen jaar onver
anderd.
De Commissie blijft uitzien naar verbetering in dien toestand.
In verband met de Haagsche Schouwburgplannen en de
omstandigheid dat de bestaande Schouwburg van April 1912
af ledig stond, meende de Commissie eene poging te moeten
doen om dit gebouw, na de noodig te blijken verbouwing,
voor de huisvesting van het Conservatorium te verkrijgen.
Een daartoe strekkend verzoekschrift werd aan den Gemeente
raad van ’s-Gravenhage ingediend; eene beslissing is hierop
nog niet gevallen.
VERSLAG aan Zijne Excellentie den Minister van
Binnenlandsche Zaken over den toestand van het
Koninklijk Conservatorium voor Muziek te ’s-Gra
venhage over het jaar 1912.
De in het jaar 1911 door de Commissie tot tijdelijk leeraar
aangestelde heeren Willem Andri essen en Frits Gaillard
kregen in den loop van 1912 eene vaste benoeming. In de
plaats van de leerares, Mevrouw Jeanne Bergsma, geb. van
Gorkum, aan wie ingevolge haar verzoek eervol ontslag
werd verleend met ingang van den 1 September 1912, werd
door de Commissie tot tijdelijk leerares aangesteld Mejuffr.
Toos Hoog, op eene door Uwe Excellentie goedgekeurde
Overeenkomstig het voorschrift van artikel 9 van het
Reglement hebben wij de eer Uwe Excellentie het navol
gende te berichten
In het begin van het jaar 1912 ontviel aan de Commissie
door den dood het lid Jhr. Mr. W. J. Snouck Hurgronje;
diens plaats werd vervuld door Jhr. E. van Loon, die bij
besluit van Uwe Excellentie van den 2en Augustus 1912 tot
lid der Commissie van Toezicht werd benoemd.
a. Toestand gebouw.