I
52
2
Aan de Academie werd door 46 leeraren onderwijs gegeven.
Het aantal leerlingen bedroeg in het afgeloopen leerjaar
730, waarvan 604 mannelijke en 126 vrouwelijke leerlingen
van dit aantal waren 256 (196 mannelijke 60 vrouwelijke)
nieuwe leerlingen.
Van deze 730 leerlingen waren er 42 uit Scheveningen
en 78 afkomstig uit andere gemeenten, te weten: 1 uit
Almelo, 2 uit Amersfoort, 2 uit Amsterdam, 1 uit Arnhem,
1 uit Assen, 3 uit Bleiswijk, 1 uit Brielle, 1 uit Breukelen,
1 uit Bussum, 9 uit Delft, 1 uit Dieren, 3 uit Groningen, 2
uit Gouda, 1 uit ’s-Hertogenboseh, 3 uit Loosduinen, 4 uit
Leidschendam, 6 uit Leiden, 1 uit Leeuwarden, luit Nijme
gen, 1 uit Oosterbeek, 1 uit Oost-Indië, 3 uit Rijswijk, 8 uit
Rotterdam, 1 uit Schijndel, 1 uit Utrecht, 10 uit Voorburg,
1 uit Vlissingen, 2 uit Wassenaar, 4 uit Zegwaard, 1 uit
Zetten en 1 uit Zutphen.
Voor rekening van Academieleden volgden 13 leerlingen
den Winteravondcursus.
Aan verzoeken om gratis de lessen aan de Academie te
mogen volgen wordt, wanneer daartoe, na gehouden onder
zoek omtrent aanleg en onvermogen, termen bestaan, altijd
voldaan.
Kosteloos onderwys genoten 17 leerlingen op den Winter
avondcursus, één op den dagcursus voor Kunstnijverheid,
een op den dagcursus voor Bouwkunde, acht op den cursus
De nagedachtenis van Snouck Hurgronje verdient bij de
Academie in duurzaam aandenken te blijven.
Aan het einde van het dienstjaar werd tot zijn opvolger
benoemd de heer Dr. D. Bos, lid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal.
In de algemeene ledenvergadering van 14 November 1911
werden de periodiek aftredende leden van den Raad van
bestuur de heeren H. P. Mutters Jr., C. H. Peters, Jhr. Mr.
W. J. Snouck Hurgronje en H. J. van der Weele herkozen
en in de plaats van Prof. K. Sluyterman, die tot leedwezen
van den Raad zijn mandaat neerlegde, benoemd de heer
Joh. Mutters Jr.
De heer F. II. van Malsen werd in de vergadering van
den Gemeenteraad van 3 September weder voor een jaar
herbenoemd tot lid van den Raad van bestuur om daarin
van wege de Gemeente zitting te hebben.
In de vacature onstaan door het overlijden van den heer
P. J. van der Burgh in de commissie van beheer over het
Museum voor Kunstnijverheid benoemde de Raad in zijn
vergadering van 14 Mei den heer L. H. Graaf Schimmel-
penninck van Nijenhuis.
VERSLAG ACADEMIE VAK BEELDENDE KUNSTEN.