I 52 9 Aan het eind van dit verslag mag hiet onvermeld bleven, dat de Academie in den loop van het jaar een niet onbe langrijk aantal nieuwe leden en begunstigers tot haar zag toetreden. De Raad van bestuur had bij vernieuwing de aandacht van de ingezetenen op deze oude zich naar de behoeften van den tijd steeds verjongende onderwijsinstel ling gevestigd in een circulaire, waarin een overzicht werd gegeven van de geschiedenis der Haagsche Academie van af hare stichting in de 17e eeuw tot op den huidigen dag. De beantwoording van deze circulaire door de toetreding werd die onderscheiding opnieuw toegekend, aan laatstge noemde voor het eerst. Voortgegaan wordt met uitbreiding van de leermiddelen; de boekerij werd wederom verrijkt door schenking en aan koop met een aantal voor het onderwijs nuttige boeken, plaatwerken en fotografieën. Ook mag gewezen worden op de aanschaffing van de nog ontbrekende modellen der architectonische orden en op de in de academie zelf-ver vaardigde fotografische vergrootingen van afbeeldingen van monumenten. De verzamelingen werden voorts verrijkt door den aan koop van een collectie boek- en plaatwerken, schelpen en vlinders uit de nalatenschap van den heer Kuyper. Wederom erkentelijk is het bestuur aan het Kon. Zool. Bot. Genootschap, dat loffelijk voortging met het uitleenen ten behoeve van het onderwijs van opgezette dieren. De Raad van bestuur waardeert de ook in den loop van dit jaar door het Gemeentebestuur in het gebouw aangebrachte verbeteringen en herstellingen. In de teekenlokalen, het vorige jaar van een betere dagverlichting voorzien, werd dit jaar een gunstiger avondverlichting aangebracht. De wanden en plafonds werden van wege de Academie opnieuw geschilderd en voortgegaan met de vernieuwing en aan vulling van het ameublement, het aanschaffen van kasten voor leermiddelen enz. In de bibliotheek werden de boeken kasten op doelmatiger wijze ingericht. Een belangrijke verbetering is de bouw van de nieuwe bergplaats voor brandstoffen met een berg- en werklokaal, welke dit jaar gereed kwam. Ofschoon de toestand van het gebouw oogenblikkelyk gunstig kan genoemd worden, zal men in de naaste toekomst op middelen bedacht moeten zijn om in meerdere lokaliteit voor het onderwys te voorzien. Uitbreiding van het onder wijs zal vermeerdering van lokaalruimte onvermijdelijk noodig maken. VERSLAG ACADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN. ,._fj

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 1197