53
L
heid in leerplan voor scholen derzelfde categorie, ten op
zichte der snellere voorziening in vacaturen, alle, zonder
onderscheid, gewichtige onderwerpen, die in nauw verband
staan met de resultaten van het onderwijs.
Der traditie getrouw zond de sub-coininissie in de 12de
Afdeeling ook dit jaar weder een algemeen verslag in, met
betrekking tot de uitkomsten van het onderwijs in haar
ressort, welk verslag wij tot slot hieronder in zyn geheel
opnemen
Bij het beoordeelen van een opstel let men, zelfs onwille
keurig, op het schrift. In verband daarmede moge hier de
volgende opmerking staan, die niet alleen het opstel, maar
al het onder onze oogen gekomen schriftelijk werk betreft.
Onze sub-commissie kan onder de bovenbedoelde scholen
er aanwijzen, waar het, van de laagste tot de hoogste af
deeling, een lust is, te zien, wat er, in den regel, uit de
handen der leerlingen komt, waar dat alles spreekt van
orde, netheid,stipte nauwkeurigheid, waar klaarblijkelijk
op zoogenaamde „kleinigheden'1 gelet wordt. We verheugen
er ons ddArom over, dit te kunnen constateeren, omdat we
er zoo innig van overtuigd zyn, dat de onderwijzer met
het aankweeken van die eigenschappen, zynen leerlingen,
naast de parate kennis, die hy aanbrengt, een niet licht te
overschatten bezit verzekert.
Onze sub-commissie meende dit jaar de proef, in 1910
genomen, te moeten herhalen: ze liet in alle scholen, onder
haar toezicht staande, de leerlingen, die na volbrachten
leertyd voor goed de school verlieten, (wat de Burger
scholen betreft, de leerlingen, die de zesde klasse hadden
doorloopen) een opstel maken naar aanleiding van een
kort, eenvoudig verhaaltje, door een der commissieleden, en
daarna door een of meer der leerlingen, of omgekeerd,
voorgelezen.
De uitslag was als volgtvan de 182 ingeleverde opstellen
waren er 15 beslist onvoldoende, 24 twijfelachtig, 53 vol
doende, 87 vrij goed, of goed, 3 zeer goed.
47
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.