53 68 c. Burgerscholen. 1. Atjehstraat 31. De andere redenen dan verhuizing waarom leerlingen naar andere lagere scholen gingen, behandelde ik reeds in mijne vorige jaarverslagen en in dat over 1911 deed ik dit breedvoerig. Daarom kan ik ditmaal volstaan met ze alleen nogmaals te vermelden, terwijl ik by een’ nieuwen factor ter ontvolking der school meer in bijzonderheden zal treden. Die, welke ik reeds vroeger vermeldde, zijn: 1°. De tegenwoordige richting in de opvoeding n.l. de cöeducatie, ten opzichte van mijne school in de hand gewerkt door het toelaten van meisjes op de school in de Hoorn- beekstraat, die oorspronkelijk uitsluitend voor jongens was bestemd. 2°. Het niet langer beantwoorden van de inrichting der Meisjesschool aan de eischen van den tegenwoordigen tyd, die door elke onderwijsinrichting een bepaald einddoel wil bereikt zien; om te passen in den tijdgeest, telt de school, zooals zy thans is, öf twee klassen te veel, öf drie te weinig. 3°. De verkorting der zomervacantie, waardoor menige ouder zijne voorliefde voor Openbaar Onderwijs opoffert aan zijn’ bepaalden wensch om zijn’ kinderen gedurende den zomer een’ langeren rusttijd in de vrije natuur te verschaf fen, welke ruimschoots geboden wordt op de Bijzondere Meisjesscholen. De nieuwe factor, dien ik boven vermeldde is deze: de proefneming ter verlaging van het schoolgeld, welke met overplaatsingen van leerlingen, zoowel aan het eind als in den loop van den cursus. Aan de school Fisherstraat werden 30 der leerlingen overgeplaatst. Kuim dezer leerlingen w’erd geplaatst op een school in de buurt, meestal omdat deze school iets korter by huis ligt, of omdat er een zusje of broertje school ging. Deze opgaven loopen over 2'/2 jaar. 3. Bakkerstraat 59. De verbeteringen van het gebouw, gevraagd September 1910, laten zich noch wachten. VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 1267