53 69 het einde van het loopende kwartaal anderhalf jaar in werking zal zijn. Reeds terstond, toen in de dagbladen het besluit hieromtrent vermeld stond, deelden verscheidene Ouders mjj mede, dat zij zich verplicht zouden zien, hunne meisjes van school te doen veranderen, daar zij geen’ omgang wenschen met een meerderheid van kinderen uit anderen stand dan waartoe zijzelf maatschappelijk behoorden. Aan gezien ik (in de eerste plaats op grond van de ligging der school) overtuigd was, dat de maatregel niet het gevolg zou hebben, hetwelk zij vreesden, legden z|j zich neer bjj mijn’ raad, om af te wachten, w&t de toekomst brengen zou en zoodoende bleven de kinderen leerlingen mijner school. Doch al was voor het oogenblik dit gevaar afgewend, de meening als zou de Meisjesschool, op grond van het ver laagde schoolgeld, gaan behooren tot eene andere categorie dan tot nu toe het geval was, had zich verbreid en gaandeweg gevestigd. Het gevolg hiervan was dat de nieuwe cursus 19121913 in de laagste klasse begonnen werd met 9, zegge negen leerlingen. Van de 9 leerlingen waren 6 zusjes van bij mij schoolgaande meisjes, 2 zusjes van oud-leerlingen. Dergelijke cijfers spreken, ook zonder verder commentaar. En men kan zich de zienswijze der ouders zoo goed indenken. Degenen, die, ondanks alle meeningen, welke in dezen tijd van woeling en tegenstrijdigheden verkondigd worden, uit eigen overtuiging hunne dochters willen doen opvoeden en onderwijzen in eene mets/esomgeving en onder uitsluitend vrouwelijke leiding, eischen tevens dat zij in en buiten de school omgaan met meisjes van gelijke ontwikke ling en beschaving. En men moge, buiten het onderwijs staande, rangen en standen willen wegcijferen en de leer verkondigen, dat MIe kinderen, onafhankelijk van rang of stand, hetzelfde onderwijs kunnen genieten en dezelfde leer stof verwerken, de ondervinding is daar, die met feiten, aan elk onbevooroordeelde aantoont, hoe lijnrecht deze theorie staat tegenover de werkelijkheid en de practyk. Hieruit volgt dat Standenscholen nu eenmaal eene bepaalde, niet weg te cijferen behoefte zijn. Of de Atjehschool, na al de slagen, welke haar werden toegebracht nog weer tot haar vroegeren bloei zal kunnen terugkeeren, dat hangt in hoofd- VERSLAG LAGER ONDERWIJS. f

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 1268