I
53
73
deel van het gebouw brand is uitgebroken, het hoofd ont
ruiming der school noodzakeijjk acht, terwijl de kinderen
daar niets van bemerken en by het hooren van het brand-
signaal aan een gewone oefening denken.
Er is echter nog iets anders noodig. Wil men met de
inderdaad niet groote kans, dat in eene school, waar overal
onderwijzers en leerlingen aanwezig zijn een brand van
eenigen omvang zou kunnen ontstaan, rekening houden,
dan dient ook de inrichting van het schoolgebouw met het
oog daarop, aan de noodige eischen te voldoen. Er behoort
dan geen kamertje met een brandende kachel er in op het
portaal tusschen twee trappen te wezen, er moeten dan
eenige op geschikte plaatsen aangebrachte nooddeuren zijn en
voor alleser mag dan geen tweede trap ontbreken, waarlangs
de kinderen naar beneden zouden kunnen komen, als de trap
zelve zou branden of niet meer bereikt zou kunnen worden.
7. Copemicusstraat 159.
De opmerking van het vorig jaarverslag moet hier worden
herhaald, dat in elke klasse eenige leerlingen voorkomen,
die in aanleg te kort schieten, om dit onderwijs te volgen.
Deze leerlingen zouden behoefte hebben aan eenvoudiger
onderwijs, dat meer rekening kon houden met hun zwakkere
krachten. Het bezwaar wordt nu voor een deel opgeheven
doordat zulke leerlingen een of meer klassen tweemaal
doormaken, maar dan halen zij niet het einde van den
volledigen cursus en zij hebben toch veel werk moeten
verrichten, dat boven hun vermogens gaat.
6. Dibbetsstraat 51.
Nog steeds betreur ik het, dat de leerlingen der burger
scholen geheel uitgesloten zijn van het genieten van eenigerlei
belooning als aansporing tot vlijt en goed gedrag.
De kweekelingen van het derde en vierde leerjaar, als
mede de kweekelingen met akte geven op geregelde tyden
lessendeze vormen eene aanleiding ter bespreking tusschen
de onderwijzer en de kweekeling. Daarenboven moeten zij
bepaalde lessen bijwonen en ook by sommige de behulp
zame hand bieden.
j'
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.