1
li
53
1
87
I
III. Leerlingen.
Voor den cursus der Herhalingsscholen, die met 1 October
1911 aanving, meldden zieh volgens de verslagen aan 634
jongens en 877 meisjes, van wie werden toegelaten 585
jongens en 843 meisjes. Behalve een drietal dat zich wel
had aangegeven, maar niet opkwam, werden afgewezen 46
jongens en 34 meisjes. Het geheele aantal leerlingen bedroeg
746 jongens en 875 meisjes of samen 1621. In den vorigen
cursus waren deze getallen 769 jongens en 810 meisjes,
samen 1579 leerlingen. Daaruit blykt, dat het aantal jongens
is achteruitgegaan met 23 en dat der meisjes is toegenomen
met 65.
Het verschynsel van meerdere toeneming van ’t aantal
meisjes dan dat van jongens meent de sub-commissie te
moeten verklaren uit het geringer aantal vakscholen dat
voor meisjes bestaat. Zou dit ook in ’t oog gehouden moeten
worden by eene mogelyke, reorganisatie van het Herhalings-
onderwys?
Dezelfde opmerking, die de sub-commissie het vorige jaar
gemaakt heeft by het samentellen der leerlingen, moet ze
hier herhalen. Sommige hoofden geven onder de aange-
gevenen allen op, ook die van vorige jaren, andere ver
melden alleen ’t aantal nieuwe aangiften. Voor een zuiver
overzicht zou het gewenscht zyn, dat bijv, door alle versla
gen werd opgegeven: „aangegeven leerlingen, waaronder
aangiften van nieuwe.”
Van de leerlingen wordt opgegeven, dat 917 de hoogste
klasse eener dagschool hadden doorloopen, terwyl 195 ande
ren eene vervolgklasse hadden bezocht.
Bij ’t eindigen van den cursus waren samen nog 1377
leerlingen over.
Over de verschillende inrichtingen waren de leerlingen
zeer ongeljjk verdeeld. Het talrijkst waren bezocht: de
school Zusterstraat 121 met 216 leerlingen, verdeeld in elf
afdeelingen; die aan de Korte Lombardstraat 4, waar den
len October 1911 197 leerlingen werden toegelaten. Opge
merkt moet hierbij worden, dat volgens opgave der klasse-
indeeling op 15 October 1911 deze school 149 leerlingen
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.