53 105 4. Leerlingen en onderwijs. Volgens de opgaven der hoofden bleef het getal leerlingen op 26 bijzondere scholen standvastig of nagenoeg onveranderd. Op 26 scholen had tot een maximum van 65 leerlingen vergaderingen, bijeenkomsten of onderlinge besprekingen gehouden, hetzy occasioneel, hetzij geregeld. Enkele mededeelingen aangaande de schoolvergaderingen vinden hier eene plaats. Algemeen is men van oordeel, dat vergaderingen of onder linge besprekingen nuttig zijn. Het hoofd der R.-Kath. school aan den Loosduinschen weg 529 (v.j.) oordeelt: „Geregelde vergaderingen, geregle menteerd acht ik niet gewenscht, omdat de behandelde punten geregeld in futiliteiten ontaarden en die ook niet bevorderlijk zyn aan den goeden geest onderling”. Een ander (Cornells Jolstraat 117) schrijft: „mits ze een adviseerendkarakter dragen. De verantwoording jegens de autoriteiten voor den gang van zaken in het algemeen kan onmogelyk berusten bij eene telkens veranderende meerderheid.” De meening van het hoofd eener Protestantsch confessio- neele school luidt: „Het nut van schoolvergaderingen voor den bloei van het onderwijs lykt mij niet bijster groot” (Van Ostadestraat 114) Een ander hoofd eener dergelyke school schrijft: „Acht ze niet gewenscht, omdat de vele kleinigheden byna altyd beter geschikt zijn, om met éen persoon te worden besproken dan in een volle vergadering” (Hoek Doorn- en Helmstraat 6). Het hoofd eener neutrale school (Nassaulaan 26) deelt als zijn oordeel mede: „(ze zyn) nuttig en noodig in het belang der eenheid van het onderwijs, om doorgaand te werken aan verbetering van het leerplan”. Van twee hoofden van Protestantsch confessioneele scholen (Westeinde 68 en Amsterdamsche Veerkade 19) luidt het oordeel respectievelijk: a. schoolvergaderingen zyn niet be vorderlijk aan het onderhouden van eene goede verstand houding tusschen het personeel en het hoofd: b. Het „zooveel hoofden zooveel zinnen” is schadelijk voor den vasten gang. VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 1304