53 121 1. Algemeene Bepalingen. Artikel 1. Art. 2. Art. 3. In deze Verordening beteekent onderwijzer, onderwijzer of onderwijzeres, ten ware het tegendeel is bepaald. 2. Van het getal der gewone onderwijzers en der onderwijzers in bepaalde vakken. VERORDENING. houdende voorschriften omtrent regeling en bezoldiging van het Onderwijzend Personeel en van Kweekelingen aan de Openbare Lagere Scholen der gemeente ’s-Gravenhage. 1. Aan elke openbare school zijn behalve het hoofd ten minste zooveel gewone onderwijzers werkzaam, als het aantal afdeelingen bedraagt, die afzonderlijk onderwijs ontvangen. 2. Met inachtneming van dit voorschrift bepalen en wijzi gen Burgemeester en Wethouders naar behoefte het getal der onderwijzers aan elke school. 1. Onverminderd de bepaling van artikel 24 der Wet op het Lager Onderwijs, moeten behalve het hoofd verbonden zyn: aan elke school met meer dan 12 klassen ten minste 5; aan elke school met 7—12 klassen ten minste 4; en aan elke andere school met ten minste 5 klassen ten minste 2 onderwijzers met hoofdakte, die den leeftijd van 23 jaar bereikt hebben. 2. Op elke school wyzen Burgemeester en Wethouders een onderwijzer met hoofdakte aan als plaatsvervangend hoofd. 3. Zij zijn bevoegd in de gedane aanwijzing verandering te brengen. 4. Het plaatsvervangend hoofd heeft het hoofd der school by ontstentenis te vervangen. 5. De bepaling, vervat in alinea 1 van dit artikel, is niet van toepassing op de scholen voor leerlingen, die behoefte VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 1318