I
53
122
Art. 4.
3 Van benoeming en ontslag van onderwijzers.
Art. 5.
De voordracht voor benoeming tot gewoon onderwijzer
wordt opgemaakt volgens regelen, door Burgemeester en
Wethouders in overleg met de Arrondissements-schoolop-
zieners vast te stellen.
Art. 6.
1. Om benoemd te worden tot onderwijzer in handteekenen
of in gymnastiek of tot onderwijzeres in handwerken der
le of der 2e klasse wordt het bezit der akte of aanteeke,
ning vereischt, die voor het te onderwijzen vak bevoegd
heid verleent.
hebben aan voortdurende persoonlijke leiding van bijzonder
daarvoor bestemde onderwijzers.
1. Aan elke burgerschool en aan elke school, waar Burge
meester en Wethouders dat noodig oordeelen, is werkzaam
één onderwijzer in handteekenen; tevens is aan elke school
werkzaam één onderwijzer in gymnastiek; aan elke door
msisjes bezochte school zijn werkzaam één onderwijzeres
1ste klasse in handwerken en voorts zooveel onderwijzeressen
der 2e klasse in handwerken, als noodig zijn om by elke
afzonderlijk onderwijs genietende afdeeling een zoodanige
onderwijzeres te plaatsen.
2. De onderwijzers in handteekenen en in gymnastiek
zijn ieder aan niet meer dan twee scholen werkzaam, be
houdens het bepaalde in art. 18a,
3. Burgemeester en Wethouders wyzen, het hoofd der
school gehoord, op elke school de onderwijzers der 2e klasse
in handwerken aan, die by afwezigheid van de onderwij
zeres der le klasse in dat vak deze zal vervangen.
4. Gewone onderwijzers kunnen tevens benoemd worden
tot onderwijzer in handteekenen; gewone onderwijzeressen
ook tot onderwijzeres in handwerken, aan dezelfde of aan
een andere school.
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.