i 53 Art. 7. en onderwijzers zjjn gehouden, in 4. Van bezoldiging der onderwijzers. Art. 8. 1. De aanvangsjaarwedde van hoofden van scholen be draagt f 2000,tenzij deze door toepassing van het in lid 4 bepaalde meer bedraagt. 2. Behalve die jaarwedde genieten zij vrije woning of bij gemis daarvan een vergoeding van f 350,per jaar. 3. Telkens na het verstrijken van twee volle jaren dienst als hoofd eener openbare lagere school in deze Gemeente W’ordt op den daaropvolgenden Isten Januari of Isten Juli de jaarwedde vermeerderd met f100,totdat het maximum van f 2600,zal zijn bereikt. 4. De tijd, gedurende welken een hoofd aan een openbare lagere school buiten de Gemeente of aan een bijzondere lagere school als hoofd werkzaam is geweest, wordt voor de berekening zijner jaarwedde tot een maximum van 4 dienstjaren als diensttijd in rekening gebracht van het tijd stip af, waarop hij zijn 28ste levensjaar heeft volbracht. 5. De tweejaarlijksche periodieke verhoogingen kunnen door Burgemeester en Wethouders, na raadpleging van den Districts-schoolopziener, telkens voor een jaar worden uit gesteld, met dien verstande, dat het betrokken hoofd schrif telijk mededeeling ontvangt van de gronden, waarop de niet-toekenning der periodieke verhooging berust. 6. Geen periodieke verhooging wordt toegekend dan ten minste twee jaren na de vorige of één jaar na de krachtens het in lid 5 bepaalde uitgestelde verhooging. en met de Arrondissements-schoolop- 123 2. De voordrachten voor benoeming dier onderwijzers worden opgemaakt volgens regelen, door Burgemeester Wethouders in overleg zieners vast te stellen. Hoofden van scholen geval zij ontslag vragen, hunne betrekking desverlangd te blijven waarnemen gedurende ten hoogste twee maanden na den dag, waarop het verzoek tot ontslag door Burgemeester en Wethouders is ontvangen. VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 1320