53
130
Art. 14.
5. Van Kweekelingen.
Art. 15.
1. Het aantal kweekelingen, dat een toelage uit de Ge
meentekas geniet, wordt jaarlijks door Burgemeester en Wet
houders voor elke school in overleg met het hoofd bepaald.
2. Dit aantal bedraagt voor elke school met 12 of meer
klassen ten hoogste zes; voor elke school met 10 klassen
ten hoogste vijfvoor elke school met minder dan 10 klassen
ten hoogste vier.
3. Kweekelingen in het bezit der akte, bedoeld by artikel
77a der Wet op het Lager Onderwijs, zijn onder deze ge
tallen niet begrepen.
1. Gewone onderwijzers, die met het onderwijs, bedoeld in
de artikelen 12, 12a en 13, belast worden, genieten de in
die artikelen genoemde wedden als verhooging op hunne
gewone wedde en wel alleen voor zoover het door hen te
geven onderwijs buiten de gewone schooluren valt.
2. Gewone onderwijzeressen, die aan dezelfde school tevens
belast zijn met het onderwijs in handwerken, zonder voor
dat vak by afzonderlijk Raadsbesluit te zijn benoemd, ge
nieten als verhooging op hare jaarwedde voor elk wekelyksch
lesuur, gedeelten van uren voor geheele gerekend, dat ten
gevolge van genoemd vakonderwijs valt buiten de gewone
schooluren, een belooning van f 25,per jaar, behoudens
het bepaalde in artikel 19b.
3. De verhoogingen van jaarwedde, bedoeld in de artikelen
12, 12a en 13, gaan in op den daaropvolgenden Isten Januari
of Isten Juli, na het tijdstip, waarop de vereischte dienst
tijd is volbracht.
4. De bepalingen, vervat in artikel 9 onder IV en V, zijn
op deze verhoogingen van jaarwedde toepasselijk.
5. Op de in dit artikel bedoelde onderwijzeressen, belast
met het onderwijs in handwerken, is toepasselijk de bepaling,
vervat in artikel 13, II.
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.