53 132 een minder dan 2 jaren 2 en 3 jaren 4, 5 en 6 jaren. 7, 8 en 9 jaren. 10, 11 en 12 jaren 13, 14 en 15 jaren 16 en meer jaren 2100.— 2200.— 2300 2400.— 2500 2600.— zal treden op 1 Januari 1910, tot welken datum alleen de vaste dienstjaren aan een openbare lagere school buiten de gemeente of aan een bijzondere lagere school als hoofd of als gewoon onderwijzer na het volbrengen van het 22ste levensjaar worden in rekening gebracht; 4. de in artikel 116 vervatte bepaling, welke voor zooveel de gewone onderwijzers aangaat, wordt gerekend in werking te zijn getreden op 1 Januari 1912. b. op 1 Januari 1911 ten aanzien van de hoofden van scholen en van de vakonderwijzers, bedoeld in de artikelen 12, 12a en 13, met uitzondering van de in artikel 116 ver vatte bepaling, welke, voor zooveel laatstgenoemde vak onderwijzers betreft, wordt gerekend in werking te zijn ge treden op 1 Januari 1912. c. op 1 Januari 1912 ten aanzien van de tydelyke leer krachten, bedoeld in de artikelen 11 en 11a en de kweeke- lingen. II. Op 1 Januari 1912 wordt de Verordening, vastgesteld bij Raadsbesluit van 25 Januari 1909 (Verz. No. 4 van 1909) geacht te zijn vervallen. 2. De bedragen, in het vorige lid genoemd, worden, in geval het bepaalde in het 4e lid van art. 8 van toepassing is, onderscheidenlijk verhoogd met f 100.— of f200.tenzij daardoor het in het 3de lid van artikel 8 genoemde maximum van f 2600.zou worden overschreden. Art. 17a. 1. Voor de berekening op 1 Januari 1911 van de jaar wedden der hoofden van scholen, die vóór dien datum in vasten dienst der Gemeente zijn getreden, wordt aange nomen voor hen, die een diensttijd als zoodanig aan eene openbare lagere school in deze Gemeente hebben van: bedrag van f 2000. VERSLAG LAGER ONDERWIJS. •n n n •n n r r> n r

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 1329