Ö3 ’s-Gravenhage, 15 Februari 1912. By uwe missive van 8 Augustus 1911, N®. 16136/33 Afd. 0., ontving onze Commissie het verzoek, om van hare meening te doen blijken over het denkbeeld, om een proef te nemen met de oprichting van één klasse voor onhandelbare leer lingen in een school in de buurt van die scholen, waar die moeilijk te leiden scholieren het meest voorkomen. Onze commissie had toen reeds de vraag naar de wenschelijkheid van de oprichting eener „strenge school” in behandeling genomen en commissoriaal gemaakt. Het was dus voor haar een groote steun te mogen ervaren, dat de aandacht van Uw College op dat belangrijke vraagstuk was gevallen, omdat zy nu de hoop mag koesteren, dat deze, voor den bloei van het lager onderwijs in deze gemeente bij uitstek gewichtige, kwestie tot een bevredigende oplossing zal kunnen gebracht worden. In onze vergadering van 7 Maart 1911 werd een inleidende nota van ons medelid, den heer L. Hoejenbos, over deze aangelegenheid in behandeling genomen en, na ampele be sprekingen, een commissie van praeadvies van vyf leden benoemd, later uitgebreid met nog twee leden. Deze sub commissie heeft sub dato 15 December 1911 haar hierbij met bovenbedoelde nota overgelegd rapport uitgebracht, aan den inhoud van welke stukken wy ons kortheidshalve meenen te mogen refereeren. Wij vertrouwen tot toelichting van de zaak te kunnen volstaan met een verslag van de belangrijkste punten, waarover de beraadslagingen in onze openbare ver gaderingen van 9 Januari en 6 Februari j.l. hebben geloopen. De voorzitter der sub-commissie ontving by de opening der algemeene beschouwingen het eerst het woord, om het schriftelyk rapport mondeling te kunnen toelichten. Daaruit bleek, hoe de sub-commissie had getracht aangaande het onderwerp van onderzoek het gevoelen te vernemen, niet alleen van de hoofden der lagere scholen, zoowel de open op eigen initiatief aan het College van Burgemeester en Wethouders verzonden: 135 VERSLAG LAGER ONDERWIJS. N®. 46. OnderwerpOnhandelbare leerlingen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 1332