53 151 bescherming is natuurlijk vertoijdering zoodat hun belang door de oprichting „Strenge School” niet anders dan ge- onhandelbare in hooge mate ongunstig moet werken op de geheele klasse. Het moreel van een kind is nog weinig ontwikkeld; al moge vooral bij oudere kinderen reeds eenig weerstands vermogen tegenover het kwade voorbeeld van anderen aanwezig zyn, het jonge kind neemt het kwade voorbeeld uit gebrek aan voldoend beoordeelingsvermogen gretig over. Volgens sommigen staat daartegenover, dat dan toch die onhandelbaren door hun voortdurenden omgang met de goeden allicht iets verbeteren en dat hun belang dus eischt, dat zy in die goede omgeving worden gelaten. Al ware deze bewering juist wat ze niet is, omdat de hersenen der onhandelbaren evenals die van vele andere abnormen in sommige gevallen minder gemakkelyk toegankelijk zijn voor het goede voorbeeld dan nog zoude het belang der onbesmetten vóórgaan. Het is hiermee, als wilde men de lichamelijk zieke kinderen niet naar het ziekenhuis brengen, maar ze by de gezonden laten, omdat ze in een gezonde omgeving eerder hunne gezondheid zouden herwinnen dan in een zieke. Welke ouder van gezonde kinderen zou tegen eene dergelijke handelwijze niet protesteeren Het belang der goede elementen in een klasse eischt derhalve afdoende bescherming tegen zedelyke besmetting door onhandelbaren de meest afdoende der onhandelbaren, eener zoogenaamde diend kan zyn. En nu de onhandelbaren zelven: Welke maatregelen wor den in hun belang geëischt? De gewone school tracht hen zooveel mogelyk het gewone leerplan te doen volgen, het geen waarschijnlijk niet juist is gezien. Wat toch moet de bedoeling zyn? Zeer zeker, dezen kinderen zooveel kennis by te brengen als hun aanleg toelaat en hen daarby niet van kwaad tot erger te brengen, maar zoo mogelyk tot beter. Die bedoeling wordt op de gewone school niet bereikt; hun naam onhandelbaren wyst dat reeds aan; maar ook heeft de onderwijzer het inderdaad te druk om aan derge- lyke kinderen de zorg te kunnen geven, die zij behoeven, terwyl de geheele omgeving niet voldoende meewerkt om VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 1348