I 53 152 hun den zoo noodigen steun te verschaffen. De voor de hand liggende vraag, of de gewone school dan niet zóó te maken is, dat er onhandelbaarheid niet meer voorkomt, beantwoorden wy ontkennend. Al moge menige verbetering zyn in te voeren, die ook niet zal nalaten op de onhandel- baren een gunstigen invloed te oefenen, zoo blykt toch uit hetgeen volgt voldoende, dat hetgeen wij ter voorkoming van het tot uiting komen van een reeds aanwezigen aanleg tot onhandelbaarheid en ter behandeling van aan het licht getreden onhandelbaarheid onmisbaar achten, daar onmoge lijk kan worden aangebracht. Speciaal zy hier vermeld, dat wij het ten eenenmale niet eens zijn met hen, die meenen dat onhandelbaren tot rede zijn te brengen, indien lichamelijke straffen zouden kunnen worden toegepast. Af gezien van het feit, dat de overgroote meerderheid der Commissie het verbod van lichamelijke straffen gehandhaafd wil zien, meent zij, dat in het bijzonder tegenover onhandel baren dit ,opvoedings”middel een geheel verkeerde uit werking zoude hebben. Waar dus de gewone school met de onhandelbaren geen raad weet, waar die gewone school niet zóó is te vervormen, dat de onhandelbaren er handzaam worden, daar blyft slechts één middel: hetzelfde, wat in het belang der overige leerlingen bleekhen van de gewone school te verwijderen en te trachten hun op andere wijze onderwijs te geven. Hiermee zijn wij tot een conclusie ge komen conform aan die, welke voor andere categorieën van op de gewone school hinderlijken reeds genomen is; wy be doelen de achterlijken, idioten, doofstommen, blinden, enz. We hebben tot hiertoe den vagen term van onhandel baren gebruikt; we deden dit met opzet, omdat het er tot nog toe niet al te zeer op aan kwam precies te deflniëeren, wat daaronder moet worden verstaan. Immers o. i. moet, zoowel in het belang van het onderwijs als van de onhandel baren zelf, iedere leerling van de school verwijderd worden, die daarop volgens het oordeel van het hoofd der school en de onderwijzers niet thuis behoort. Nu we zullen over wegen, wat er verder met die onhandelbaren moet worden gedaan, dienen we echter nader te onderzoeken, welke leerlingen wy precies op het oog hebben. Kort en juist is - I VERSLAG LAGER ONDERWIJS. i»

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 1349