53
156
I
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
neemt eehter niet weg, dat er kon geacht worden een conflict
te bestaan met den rykswetgever, indien het mocht blyken,
dat in wezen onze school vrijwel indentiek was aan een
rijkstuchtschool. Hiervan kan echter geen sprake zyn, indien
de school wordt ingericht, zooals wij ons die voorstellen. De
vergelijking is dan ook hoofdzakelijk slechts een gevolg
van de foutieve benaming van „Strenge School”,
Hoe zal nu de plaatsing op deze school moeten geschieden
Wij stellen ons dat aldus voor: de hoofden van scholen
verstrekken aan Burgemeester en Wethouders, telkens wan
neer zij dat noodzakelijk achten, een opgave van alle leer
lingen, die schadelijk zijn voor het gewone onderwijs. Na
ingewonnen advies eener Commissie, waarin zonder twijfel
een psychiater zitting moet hebben, gelasten Burgemeester
en Wethouders óf overplaatsing op een andere gewone
School, öf verwijdering van de School, öf plaatsing op de
School voor achterlijken, öf plaatsing op de School voor
Bijzonder Toezicht behoevende leerlingen.
Overplaatsing op een andere gewone school moet o. i.
beproefd worden in elk geval, waarin er vermoeden bestaat,
dat de meening van den onderwijzer, dat een bepaalde
leerling onhandelbaar is, meer een gevolg is van den aanleg
van dien onderwijzer dan van dien van den leerling. Alhoewel
w’ij niet van oordeel zyn, dat dit geval zich dikwijls zal
voordoen, zoo geven sommige antwoorden op de daarover
gehouden enquête ons aanleiding hier volledigheidshalve in
dergelijke gevallen te voorzien.
Alle leerlingen echter, van wie de onhandelbaarheid vast
staat, dienen zonder eenige uitzondering op de School voor
Bijzonder Toezicht behoevende leerlingen overgeplaatst te
worden.
Hebben Burgemeester en Wethouders het recht een leerling
over te plaatsen? Over te plaatsen eigenlijk niet, maar wèl
kunnen zij het hoofd der School, waarop een candidaat voor
de School voor Bijzonder Toezicht behoevende leerlingen gaat,
gelasten, dien leerling van de lijst der leerlingen af te voeren,
althans wanneer de arrondissements-schoolopziener daarin
toestemt (art. 11 leerplichtwet), en deze zal o. i. geen bezwaar
maken, indien hy de overtuiging heeft, dat het ernstig voor-