53 160 B regelmaat moeten worden gewend, omdat deze een machtig middel zyn, vastheid en rythme in het bestaan der kinderen te brengen en hun zoodoende den weg te leeren vinden tot zelfbeheersching. De klassen behooren zeer klein te zijnmeer dan uiterlijk 12 leerlingen mogen in géén geval in één klasse worden samengebracht; hierdoor zal het den onderwijzer mogelyk zijn aan ieder kind veel van zijn aandacht te besteden en het daardoor beter te leeren kennen. De klassen worden gevormd uit hen, wier intellectueele ontwikkeling niet al te ver uiteenloopt. Hoewel de school moet open staan voor iederen haar toegewezen onhandelbare, wettigt onze enquête het vermoeden, dat kinderen jonger dan 9 jaar er slechts zelden zullen komen. De leerlingen blijven in de inrichting totdat zij weder geschikt zijn voor de gewone school, zij den leerplichtigen leeftijd hebben volbracht of, indien zij na dien tijd aldaar op verzoek der ouders of verzorgers nog ver toeven (waartoe de mogelijkheid moet bestaan), totdat die verzorgers het kind terugroepen of totdat zij den leeftijd van 16 jaar bereikt hebben. Deze leeftijdsgrens oordeelen wij wenschelijk, omdat nog ouderen er wellicht een al te slecht voorbeeld voor de jongeren worden. Uit den aard der zaak zullen op een school als de door ons bedoelde eenige meerdere tuchtmaatregelen noodig zijn dan art. 15 der Verordening voor de Openbare Scholen van Lager Onderwys der gemeente ’s-Gravenhage toestaat. Deze moeten o. i. echter worden overgelaten aan de onderwijzers, wier bekwaamheid van dien aard moet zijn, dat zy zelf weten, wat zij in dezen doen en laten kunnen. Slechts zij herinnerd aan hetgeen wij boven over lichamelijke straffen opmerkten de onderwijzer, die weet en begrijpt, zal door zyn persoon lijkheid weten te voorkomen, dat dergeljjke straffen nood- zakeljjk zouden worden. Daarom verwachten wy eerder, dat op de nieuwe school meer van kleine belooningen dan van straffed zal worden gebruik gemaakt. Dat toch komt beter overeen met het hoofddoel der inrichting, dat er niet op gericht moet zyn het kwade te straffen, doch het goede, dat ook in deze kinderen sluimert, op te wekken. Zooals men heeft kunnen zien is de taak, door ons aan VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 1357