h 53 162 B Dat op de door ons gedachte school uitwisseling van ondeugden zal plaats hebben tengevolge van de bijeenbren- ging van zooveel slechte elementen, is evenzeer of even weinig waar, als dat in een ziekenhuis uitwisseling van ziekten zoude plaats hebben tengevolge van de verzameling van zooveel zieken. In elk geval is daartegen op te merken, dat dan toch althans de kinderen op de andere scholen van de schadelijke inwerking der onhandelbaren bevrijd zyn en dat op deze school door beter toezicht en allerlei andere middelen tegen het niet geheel te vermijden euvel zooveel mogelyk kan gewaakt worden. Uniforme tuchtmiddelen achten ook wij voor de onhandel baren uit den booze. De bron van het kwaad zal blijven werken. Ongetwijfeld vandaar dan ook, dat wy gaarne nog eens herhalen onze wensch, dat niettegenstaande den door ons voorgestelden repressieven maatregel, ondertusschen met kracht de preventie worde ter hand genomen. Wanneer dikwijls ontoereken baren blijkbaar zijn krankzinnigen bedoeld worden opgenomen, zal dat een fout der uitvoering zyn, niet van onze organisatie, waarvan wij o. a. door de opname van een psychiater in de Commissie juist hopen, dat zy dit gevaar zal weten te ontzeilen. Het goede voorbeeld van betere leerlingen zullen de onhandelbaren moeten missen; we hebben echter reeds uit eengezet, dat de onhandelbaren niet gemakkelyk het goede voorbeeld hunner normale medescholieren overnemen. Dat onze school als „boeman” zal worden gebruikt, wie, die het niet gelooftonpaedagogische onderwijzers, die voor de handhaving van hun tucht een boeman noodig hebben, zullen er misschien zynmaar in hoeverre pleit dat tegen de inrichting van zoo’n school? Het is mogelyk dat het den leerling geen goed zal doen indien van hem bekend wordt, dat hy op de School voor Bijzonder Toezicht behoevende leerlingen is geplaatst geweest; hoewel wij dit gevolg betreuren, zouden wij willen vragen, of dat een reden is de school niet op te richten? Indien er geen tuchtscholen, gevangenissen en krankzinnigenge- VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 1359