53 166 VERSLAG LAGER ONDERWIJS. dat der leerlingen dan krijgt men voor de burgerscholen omstreeks 26, voor de scholen B 30 en voor de scholen A 33 leerlingen, gemiddeld. Doch deze gemiddelde getallen geven geen goeden maatstaf, omdat in de hoogere klassen van bijna alle scholen het getal leerlingen laag is. Blijkens het Verslag over het jaar 1910 hebben enkele klassen op scholen A en B cijfers van 47 tot 41 leerlingen, dus aan merkelijk meer dan voor een vruchtdragend onderwijs toe laatbaar schijnt. De inleider wenschte, dat door onze Com missie aan Uw College in overweging zou worden gegeven, om het daarheen te leiden dat, bij den aanvang van den eerstvolgenden nieuwen cursus, het getal leerlingen per klasse zou worden beperkt tot 40, na drie jaren te verlagen tot 35 en na nog eens drie jaren tot 30, zoodat, zonder schokken, na 6 jaar het gewenschte getal 30 zal zijn bereikt. Een volgend spreker wees er op dat onze Commissie in een schrijven van een viertal jaren her (missive aan den Gemeenteraad van 28 April 1908, No. 254), er op had aan gedrongen om het maximum aantal leerlingen per klasse te beperken tot 36, en achtte het eenigszins vreemd om, voordat op dat verzoek eenige beschikking was genomen, thans weder met een ander verzoek aan te komen, dat nog verdere strekking heeft. In elk geval zou die spreker het practischer vinden, dat men van onderen op begon, door te bepalen, dat bü den nieuwen cursus in de laagste klasse niet meer dan 35 leerlingen zouden worden geplaatst. Een ander lid onzer Commissie merkte op, dat het getal leerlingen per klasse op de scholen C en D zooveel kleiner was dan op de scholen A en B. Naar zijne meening moest het juist anders om zijn. De leerlingen der scholen van de tweede en eerste klasse brengen zooveel minder voorstel lingen en begrippen ter school mede dan die der burger scholen; en voor de meesten hunner is het onderwijs, dat zij daar ontvangen, het eindonderwijs en moeten zij daar mede de maatschappij in. Hy zou daarom gaarne zien, dat bij het gemeentebestuur werd aangedrongen op een kleiner, doch gelijk, aantal leerlingen op alle schoolklassen in de gemeente. Van andere zijde werd daartegen opgemerkt, dat ook op

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 1363